Het weergegeven beeld heeft verkeerde afmetingen
•
Gebruik de OSD-bedieningselementen van Image Adjust (Beeld aanpassen) om de afmetingen van het beeld te wijzigen.
•
Controleer of op de videokaart of het gebruikte systeem een ondersteunde Major Supported Timings (Belangrijkste
ondersteunde timings) is geselecteerd. (Raadpleeg de handleiding voor het systeem of videokaart voor de ondersteunde
resolutie en het wijzigen van de instellingen.)
•
Wanneer u een HDMI-ingang gebruikt, wijzigt u [OVER SCAN] (Overscannen) (zie
Verschillen in helderheid na verloop van tijd
•
Zet [AUTO BRIGHTNESS] (Automatische helderheid) op [OFF] (Uit) en pas vervolgens de [BRIGHTNESS] (Helderheid) aan.
•
Stel [DV MODE] (DV-modus) in op [STANDARD] (Standaard) en pas vervolgens de [BRIGHTNESS] (Helderheid) aan.
OPMERKING:
Wanneer [AUTO BRIGHTNESS] (Automatische helderheid) op [ON] (Aan) staat, past de monitor automatisch
de helderheid aan afhankelijk van de omgeving.
Wanneer de helderheid van de omgeving verandert, verandert ook de instelling van de monitor.
Wanneer de [DV MODE] (DV-modus) op [DYNAMIC] (Dynamisch) is ingesteld, past de monitor de helderheid
automatisch aan op basis van het videosignaal.
Het weergegevens OSD-menu is geroteerd
•
Controleer de instelling [OSD ROTATION] (OSD-rotatie).
Geen beeld bij aansluiting van meerdere monitors
•
Zorg dat de resolutie lager is dan de aanbevolen resolutie-instelling.
•
Zorg dat de videokaart ondersteuning biedt voor MST (multi-stream transport).
•
Het aantal monitors dat in serie kan worden aangesloten via SST (single-stream transport) hangt af van beperkingen van
HDCP-inhoud.
•
Monitors moeten worden aangesloten met de meegeleverde DisplayPort-kabel.
Hardware-problemen
Toets
reageert niet
•
Haal de stekker van de voedingskabel van de monitor uit het stopcontact om de monitor uit te schakelen en opnieuw de
fabrieksinstellingen te laden.
Het lampje van de monitor brandt niet (geen blauwe of gele kleur zichtbaar)
•
Controleer of het netsnoer goed is aangesloten op de monitor en de muur en zorg ervoor dat de aan/uit-knop van de monitor
is ingeschakeld.
•
Verhoog de [LED BRIGHTNESS] (LED-helderheid).
Geen beeld
•
Als er geen beeld op het scherm wordt weergegeven, schakelt u de toets
•
Controleer of de computer niet in een energiebesparende stand staat door het aangesloten toetsenbord of de aangesloten
muis aan te raken.
•
Wanneer u DisplayPort gebruikt, wordt bij sommige videokaarten wordt geen beeldsignaal uitgevoerd bij lage resoluties
wanneer de monitor wordt uit-/ingeschakeld of wanneer de voedingskabel wordt losgekoppeld/aangesloten.
•
Wanneer u een HDMI-ingang gebruikt, wijzigt u [OVER SCAN] (Overscannen) (zie
•
Zorg ervoor dat [VIDEO DETECT] (Videosignaaldetectie) op [NONE] (Geen) is ingesteld (zie
•
Zorg ervoor dat [USB FUNCTIONALITY] (USB-functionaliteit) op [ON] (Aan) is ingesteld (zie
uit en weer in.
Nederlands−30
pagina
41).
pagina
41).
pagina
42).
pagina
43).