Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Controlsync; Het Bedienen Van Alle Aangesloten Submonitors (Gesynchroniseerde Bediening); Een Doelmonitor Bedienen (Individual Adjust (Afzonderlijk Aanpassen)) - NEC MultiSync EA242F Gebruikershandleiding

Desktopmonitor
Inhoudsopgave

Advertenties

ControlSync

Met ControlSync kunt u alle submonitors die op een hoofdmonitor zijn aangesloten gelijktijdig bedienen. U kunt ook een
individuele submonitor bedienen met de functie [INDIVIDUAL ADJUST] (Afzonderlijk aanpassen). Zie onderstaande afbeelding.
Hoofdmonitor
Uitgang (zwart)
Ingang (grijs)

OPMERKING:
Het ControlSync-pictogram verschijnt in de linkerbovenhoek van het OSD-menu
van de submonitor.
Sluit de ControlSync-poorten niet IN-naar-IN of UIT-naar-UIT aan. De ControlSync-
poorten van de monitors moeten UIT-naar-IN aangesloten worden.
Maak geen lusaansluiting door de laatste monitor in de keten weer op de
hoofdmonitor aan te sluiten.
Schakel de alle monitors uit en koppel alle voedingskabels los. Sluit de ControlSync-kabels aan, sluit
vervolgens de voedingskabels aan en schakel daarna alle monitors in.
Het bedienen van alle aangesloten submonitors (Gesynchroniseerde
bediening):
1. Sluit een ControlSync-kabel (ø 2,5) aan op de ControlSync UIT-poort van de hoofdmonitor en de ControlSync IN-poort
van een submonitor. U kunt maximaal vijf monitors in een serieschakeling (daisy chain) opnemen door deze met elkaar te
verbinden via de ControlSync UIT- en IN-poorten van de monitors.
2. Volg de stappen in [DATA COPY] (Gegevenskopie) (zie
aangepast, wordt deze automatisch gekopieerd en naar de aangesloten submonitor(s) gestuurd.

Een doelmonitor bedienen (Individual Adjust (Afzonderlijk aanpassen)):

1. Raak de toets MENU aan om het OSD-menu weer te geven op de hoofdmonitor.
2. Raak de toets
aan om de bediening voor [MULTI DISPLAY] (Meerdere schermen) te openen. Wanneer de cursor zich op
[TARGET MONITOR NO.] (Doelmonitornummer) bevindt, wordt er een menu met submonitornummers geopend. Gebruik de
toets
of
om het submonitornummer te selecteren.
Als u de toets INPUT/SELECT (Invoer/Selecteren) aanraakt, wordt het monitornummer voor elke submonitor weergegeven.
3. Raak de toets
of
aan om [INDIVIDUAL ADJUST] (Afzonderlijk aanpassen) te selecteren en stel deze optie vervolgens
in op [ON] (Aan).
Bedien het OSD van de submonitor met behulp van de bedieningstoetsen van de hoofdmonitor.

OPMERKING:
Als u [INDIVIDUAL ADJUST] (Afzonderlijk aanpassen) wilt uitschakelen, moet u de toetsen INPUT (Invoer)
en MENU tegelijkertijd aanraken.
Submonitor 1
IN
UIT
(Zwart)
(Grijs)
ControlSync-kabel
pagina
Nederlands−21
Submonitor 2
IN
(Zwart)
(Grijs)
ControlSync-kabel
45). Wanneer de instelling van de hoofdmonitor is
UIT
Maximaal vijf
submonitors
Volgende monitor
ControlSync-
pictogram

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Multisync ea272fMultisync ea242f-bkMultisync ea272f-bk

Inhoudsopgave