10 | Installatie van de accessoires
10.8
Monteren vochtsensor
OPMERKING
Materiële schade door vocht!
Koelbedrijf onder het dauwpunt veroorzaakt neerslag van vocht op aan-
grenzende materialen (vloer).
▶ Gebruik vloerverwarmingen niet voor het koelbedrijf onder het dauw-
punt.
▶ Stel de aanvoertemperatuur correct in.
Vochtsensoren worden op de buizen van de cv-installatie gemonteerd en
zenden een signaal aan de bedieningsunit zodra deze condensvorming
constateren. Installatie-instructies worden met de sensoren meegele-
verd.
De bedieningsunit schakelt het koelbedrijf uit, zodra deze een signaal
van de vochtsensoren ontvangt. Condensaat vormt zich tijdens koelbe-
drijf, wanneer de temperatuur van de cv-installatie onder de betreffende
dauwpunttemperatuur ligt.
Het dauwpunt varieert afhankelijk van de temperatuur en de luchtvoch-
tigheid. Des te hoger de luchtvochtigheid, des te hoger moet de aanvoer-
temperatuur zijn, zodat het dauwpunt wordt overschreden en er geen
condensatie optreedt.
10.9
Condenserende koelmodus met ventilatorkachels
OPMERKING
Materiële schade door vocht!
Wanneer de condensatie-isolatie niet volledig is, kan het vocht naar aan-
grenzende materialen overslaan.
▶ Alle leidingen en aansluitingen tot en met de ventilatorkachel van con-
densatie-isolatie voorzien.
▶ Gebruik voor het isoleren een materiaal dat geschikt is voor koelsy-
stemen met condensvorming.
▶ Condensafvoer op de afvoer aansluiten.
▶ Bij koelbedrijf onder het dauwpunt geen vochtsensor gebruiken.
▶ Bij koelbedrijf onder het dauwpunt geen kamerthermostaat met geïn-
tegreerde vochtsensor gebruiken.
Wanneer uitsluitend ventilatorkachels met afvoer en geïsoleerde leidin-
gen worden gebruikt, mag de aanvoertemperatuur tot 7 °C worden inge-
steld.
De aanbevolen laagste aanvoertemperatuur is 10 °C bij een stabiele
koelmodus, waarbij de vorstbeveiliging bij 5 °C wordt geactiveerd.
10.10 Installatie met naverwarming zonneboiler (alleen TS)
WAARSCHUWING
Gevaar voor letsel door hete vloeistoffen!
Bij naverwarming zonneboiler kan het warm water tot boven 60 °C ver-
warmd worden.
▶ Installeer een thermostatische mengkraan of gelijkaardig bestand-
deel om brandwonden te voorkomen.
Een voorwaarde voor het gebruik van de ondersteuning door zonne-
warmte is de installatie van zonnemodules (accessoire).
Het zonnecircuit in de boiler is voor een maximale vermogenstoevoer van
4,5 kW voorzien. Met het geïntegreerde circuit is alleen warmwatervoor-
ziening mogelijk.
22
▶ Installeren zonnecollectoren ( instructie voor zonnecollectoren).
▶ Isoleer alle buizen en aansluitingen.
▶ Instelleer de temperatuursensor TS2 (meegeleverd met de zonnemo-
dule).
– Snijd de isolatie op het zonnesymbool open ( afb. 20, [1]). Let
erop, dat de kabel van de temperatuursensor TW1 niet bescha-
digd raakt!
– Breng de sensor TS2 aan in de buurt van TW1.
– Bevestig sensor TS2 met aluminium- of Armaflex-plakband.
▶ De zonnemodule installeren ( handleiding voor zonnemodule).
▶ Beantwoord bij de inbedrijfstelling de vraag zonnesysteem geïn-
stalleerd met Ja ( instructie voor besturing).
▶ Voer de nodige instellingen voor het zonnesysteem uit ( instructie
van de besturing).
1
Afb. 20 Volgorde van temperatuursensor TW1 en eventueel TS2
[1]
Opstelling van temperatuursensor TW1 en eventueel TS2 (acces-
soire voor zonnemodellen)
10.11 Installatie met zwembad
OPMERKING
Gevaar voor functiestoringen!
Als de zwembassin-mengmodule in de installatie op een verkeerde
plaats gemonteerd wordt, zijn bedrijfsstoringen mogelijk. De mengmo-
dule voor het zwembad mag niet in de aanvoer gemonteerd worden, om-
dat daardoor het overstortventiel geblokkeerd zou kunnen worden.
▶ Monteer de zwembassin-mengmodule in de retourleiding naar de
binnenunit.
▶ Monteer het T-stuk in de aanvoer van de binnenunit voor de bypass in
de inlaatcombinatie.
▶ De mengmodule voor het zwembad niet als cv-groep in de installatie
monteren.
Een voorwaarde voor het gebruik van de zwembassinverwarming is de
installatie van een zwembassinmodule (accessoire).
▶ Zwembad installeren ( instructie zwembad).
▶ Mengmodule voor zwembad installeren.
▶ Alle leidingen en aansluitingen isoleren.
IM EnviLine IDU Monoblock 5-17 T/TS • 6721818629 (2022/01)
6 720 820 059-42.1I