5.6
Aansluiting
5.6.1
Aansluiten binnenunit op de warmtepomp
▶ Dimensioneer leidingen conform de instructies in de installatiehand-
leiding voor de warmtepomp.
<50V
[1]
Warmtedrageruitgang (leiding naar warmtepomp)
[2]
Warmtedrageringang (leiding van warmtepomp)
[3]
Aanvoer van de warmtepomp
[4]
Rücklauf zur Wärmepumpe
5.6.2
Aansluiten binnenunit op cv-installatie en drinkwaterlei-
ding
OPMERKING
Schade aan de installatie door onderdruk in de boiler!
Indien een hoogteverschil van ≥ 8 meter tussen de warmwateruitgang
het en uitlooppunt wordt overschreden, kan een onderdruk optreden,
die de boiler vervormt.
▶ Hoogteverschillen ≥ 8 meter tussen warmwateruitgang en uitloop-
punt vermijden.
▶ Installeer een antivacuümklep, wanneer het hoogteverschil
≥ 8 meter tussen de warmwateruitlaat en het uitlooppunt is.
Overstortventiel, terugslagklep en vulklep moeten in het warmwatercir-
cuit worden geïnstalleerd (niet in de leveringsomvang).
1. Monteer overstortventiel en vulklep met keerklep in de koudwaterlei-
ding.
2. Uitloopslangen van de overstortventielen en condensafvoer in een
vorstvrije afvoer installeren.
3. Sluit de CV-pomp aan.
4. CV-aanvoer op de pomp aansluiten.
5. Sluit cv-retour op deeltjesfilter [SC1] aan.
6. Aansluiten koud water.
7. Aansluiten warm water.
IM EnviLine IDU Monoblock 5-17 T/TS • 6721818629 (2022/01)
▶ Sluit de aanvoer van de warmtepomp op de warmtedrageringang
▶ Sluit de retour naar warmtepomp op de warmtedrageruitgang aan.
1
230V
/
2
400V
Afb. 8
[1]
[2]
[3]
[4]
aan.
3
4
1
<50V
Aansluitingen van de binnenunit voor de cv-installatie en warm
water
Deeltjesfilter SC1
Aansluiting cv-pomp PC1
Koudwateraansluiting
Warmwateraansluiting
Installatie | 5
<50V
230V
/
400V
0010023745-001
2
230V
/
400V
3
4
0010023746-001
11