5
Bediening
4. Tap de verbruikte paraffine af in een groot vat en vul vervolgens het bad. De maximale en
minimale vulniveaus zijn aangeduid op de binnenwand van het paraffinebad.
Let op
Verwijder de resterende paraffine of vuilresten voordat u het paraffinebad opnieuw vult.
5. Plaats het paraffinebad terug in de oven. Zorg er tijdens het plaatsen van het paraffinebad
altijd voor dat het terug wordt geschoven in de hiervoor voorziene sleuf en correct verbinding
maakt met het achterpaneel.
Let op
Het wordt aanbevolen om de paraffinebaden een voor een opnieuw te vullen.
6. De data in het venster met de reagensstatus resetten. Zie voor meer informatie
5.3.1 Reagensstatus).
Let op
Als de paraffinebaden worden gevuld met paraffine met een ander smeltpunt, dan moeten de
paraffinebaden en het filter worden geledigd en gereinigd. Na het vullen het smeltpunt van de
paraffinebaden opnieuw instellen. Zie voor meer informatie het hoofdstuk Systeeminstellingen
(→ p. 53 – 5.2.6
5.7
Een programma starten
Om een programma te starten, moet aan een aantal voorwaarden worden voldaan. De volgende
stappen zijn noodzakelijk om een programma te starten.
Voorzichtig
• Controleer visueel het apparaat en toebehoren op transport- of verplaatsingsschade voordat u
het inschakelt. Het apparaat niet bedienen als u schade vermoedt of ontdekt. Neem in dat geval
contact op met uw plaatselijke serviceafdeling.
• Voordat u na het transport of het verplaatsen van het apparaat weefselmonsters van patiënten
verwerkt, moet u een test uitvoeren om de geschiktheid van het apparaat en het gebruikte programma
te controleren. Gebruik ofwel een voorgeïnstalleerd programma of combineer deze activiteit met de
validering van uw eigen protocollen. Weefselmonsters van patiënten voor diagnose alleen verwerken
nadat alle hierboven vermelde controles met succes zijn voltooid. Als een van de voorgaande stappen
mislukt, neem dan contact op met uw plaatselijke serviceafdeling.
Voorzichtig
De voorgeïnstalleerde programma's, de aangepaste verwerkingsprogramma's en het RMS (Reagens
Management Systeem) moeten worden gevalideerd door de gebruiker voordat een programma wordt
uitgevoerd, bv. weefselverwerking met weefsel van patiënten voor diagnose, overeenkomstig de
plaatselijke en landelijke accrediteringsvoorschriften.
80
Systeeminstellingen).
(→ p. 59 –
Versie 1.5, Revisie G