Inbedrijfstelling
Technische parameters
1.4.5 Aanvoertemp installatie WW
Druk op de keuzeknop
keuzeknop
en selecteer het tem-
peratuur-setpoint voor de ketel in warm
tapwatermodus.
Druk op de keuzeknop
keuzeknop
om het gewenste
menuonderdeel te selecteren.
1.5 Energy Manager parameter 1
1.5.2 Buitentemp. voor ketel uit-
schakel
Het systeem sluit de ketel in de verwar-
mingsmodus uit als de buitentempera-
tuur hoger is dan de ingestelde waarde.
1.5.3 Buitentemp. voor WP uitscha-
keling
Het systeem sluit de warmtepomp in de
verwarmingsmodus uit als de buiten-
temperatuur lager is dan de ingestelde
waarde.
1.5.4 Temperatuur
WW
warmtepomp
Het systeem sluit de warmtepomp in
de tapwatermodus uit als de buiten-
temperatuur lager is dan de ingestelde
waarde.
1.5.5 Buitenvoeler Correctie
Compensatie van de uitlezing van de
temperatuur van de externe sonde.
1.5.6 Regellogica ketel
Druk op de keuzeknop
keuzeknop
om het gewenste
menuonderdeel te selecteren.
0
Voeding: het vermogen van de
ketel wordt gemoduleerd om au-
tomatisch het nodige comfort te
leveren.
1
Temperatura: het temperatuur-set-
point van de ketel wordt ingesteld
om aan efficiëntie de voorkeur te
geven.
Druk op de keuzeknop
keuzeknop
om het gewenste
menuonderdeel te selecteren.
88 / NL
1.6 Instellingen cv - pomp
1.6.0 Voordraaitijd
. Draai de
Definieert de voordraaitijd van de pri-
maire circulatiepomp om de aanwezig-
heid van stroming te detecteren in het
verwarmingscircuit.
. Draai de
1.6.1 Voordraaitijd nieuwe warm-
tevraag
Definieert de wachttijd van de circu-
latiepomp tussen de ene poging tot
voordraaien en de volgende.
1.6.2 CV pomp nadraaien
Nadraaitijd.
1.6.3 Pomp Type
Selecteer de snelheid van de circulatie-
pomp:
0
Lage snelheid
1
Hoge snelheid
2
Modulatie
1.6.4 Vorstbescherming pompstu-
uitsch.
ring
Selecteer de snelheid van de circulatie-
pomp tijdens vorstbeveiliging PDC:
0
Lage snelheid
1
Middel snelheid
2
Hoge snelheid
Druk op de keuzeknop
keuzeknop
menuonderdeel te selecteren.
. Draai de
. Draai de
1.7 Verwarming
1.7.1 Boost tijd
Definieert de vertraging waarmee het
setpoint voor watertoevoer bij ver-
warming wordt verhoogd in de AU-
TO-modus. Werkt alleen als tempera-
tuurregeling actief is en ingesteld is op
"Apparaten ON/OFF" (zie parameters
4.2.1/5.2.1/6.2.1).
Definieert de vertraging waarmee de
setpoint-temperatuur
wordt verhoogd met 4°C (tot maximaal
12°C). Als de waarde 0 is, is de functie
niet actief.
1.7.2 Correctie WP temperatuur
Definieert de waarde in °C die toe-
gevoegd moet worden aan de set-
point-temperatuur voor aanvoer van de
warmtepomp ter compensatie van het
warmteverlies langs de hydraulische
aansluitingen tussen de externe een-
heid en de hydraulische module.
1.7.3 Correctie ketel temperatuur
Definieert de stijging in °C die het tem-
peratuur-setpoint voor aanvoer van de
ketel moet bereiken om te compense-
ren voor de warmteverliezen langs de
hydraulische aansluitingen tussen de
ketel en de hybride hydraulische mo-
dule wanneer de verwarming actief is
. Draai de
en de besturingslogica van de ketel op
om het gewenste
temperatuur is (zie parameter 1.5.6).
Druk op de keuzeknop
keuzeknop
menuonderdeel te selecteren.
voor
aanvoer
. Draai de
om het gewenste