Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Installatie
Installatie van de interne eenheid
Voorschriften voor natuurlijke ven-
tilatieopeningen
Bij installaties met een totale lading
koelmiddel groter dan 1,84 kg, kan
de interne eenheid in een niet-geventi-
leerde ruimte worden geplaatst, mits de
minimale oppervlakte in de installatie-
ruimte en de minimale openingsruimte
gegarandeerd zijn. (IEC60335-2-40).
Er is een minimale opper-
a
vlakte voor een opening
voor natuurlijke ventilatie
in de installatieruimte ver-
eist. De openingen moeten
voldoen aan de volgende
wettelijke vereisten.
≥ANV
min
300 mm
200 mm
ANV
min
100 mm
20 mm
0 mm
≥ANV
min
300 mm
200 mm
ANV
min
100 mm
20 mm
0 mm
IDU
A
Ruimte A:
ruimte
IDU-eenheid geïnstalleerd is.
Ruimte B:
ruimte naast ruimte
A.
De eenheid kan in ruimte A worden
geïnstalleerd indien:
– Er 2 (permanent geopende) venti-
latieopeningen tussen ruimte A en
ruimte B aanwezig zijn, 1 boven en
1 onder.
– Ventilatieopeningen
naar
worden NIET beschouwd als geschik-
te ventilatieopeningen (de gebruiker
kan deze afdekken als het koud is).
– Onderste opening: De onderste
opening moet voldoen aan de mi-
B
nimale oppervlaktevereisten (ANV-
min). Als de ventilatieopening vanaf
de vloer begint, moet de hoogte ≥20
Afb. 38
mm zijn. De onderkant van de ope-
waarin
de
ning moet zich op ≤100 mm van de
vloer bevinden. Ten minste 50% van
de vereiste oppervlakte van de ope-
ning moet zich op <200 mm van de
vloer bevinden. De gehele opper-
vlakte van de opening moet zich op
<300 mm van de vloer bevinden.
– Bovenste opening: De oppervlakte
van de bovenste opening moet gro-
ter zijn dan of gelijk zijn aan die van
de onderste opening. De onderkant
van de bovenste opening moet zich
buiten
ten minste 1,5 m boven de boven-
kant van de onderste opening be-
vinden.

OPMERKING:

de tweede opening kan wor-
den voldaan via verlaagde
plafonds, ventilatieleidingen
en vergelijkbare structuren,
omdat deze een correcte
luchtstroom tussen de ver-
bonden ruimtes garanderen.
OPMERKING:
dergrondse ruimtes gelden
dezelfde minimale opper-
vlaktevereisten voor de in-
stallatie:
– als de oppervlakte van de ruimte
voldoende is en er geen natuurlijke
ventilatieopeningen vereist zijn, dan
zijn voor de installatie geen verdere
vereisten.
– als de oppervlakte van de ruimte niet
voldoende is en er natuurlijke venti-
latieopeningen vereist zijn, dan mo-
gen deze ALLEEN naar naastliggende
interne ruimtes worden gemaakt.
HET IS NIET TOEGESTAAN OM OPE-
NINGEN NAAR BUITEN TE MAKEN.
Afb. 39
Aan de vereisten voor
Bij installaties in on-
33 / NL

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

3302242

Inhoudsopgave