Hydraulische aansluitingen en koelmiddel
Installatie van de koelleidingen
BESCHERMING VAN DE LEIDIN-
GEN
Controleer of de leidingen
a
geen vocht, snijresten of
stof bevatten
Reinig de leidingen na het
a
maken van de flenzen met
perslucht om snijresten te
verwijderen.
Controleren van de dichtheid
1
Opgetrompte klep gaszijde
2
Drukregelaar en manometer
3
Stikstofcilinder
42 / NL
Zorg dat de leidingen goed
a
geïsoleerd zijn.
Zorg dat de leidingen niet
a
geplet worden.
Als de leidingen niet gelijktijdig met de
eenheid worden gemonteerd, dicht de
uiteinden van de leidingen dan af met
doppen of druk de uiteinden plat en
soldeer de open delen.
2
1
Na het aansluiten van de leidingen
moet de drukdichtheid van het leiding-
circuit naar de interne eenheid worden
gecontroleerd.
i
a
3
Afb. 52
Het controleren van de dichtheid moet
worden uitgevoerd in twee fasen:
– Drukweerstandstest met stikstof
– Drukdichtheidstest met stikstof
Zorg dat alle afsluitkleppen
van de externe eenheid afge-
sloten zijn met het juiste aan-
haalmoment en dat de doppen
van de kleppen gemonteerd
en voldoende aangedraaid
zijn.
Bij deze procedure wordt
stikstof onder druk ge-
bruikt. Ga voorzichtig te
werk.