Problemen oplossen > Storingen oplossen
Storingen oplossen
In de onderstaande tabel vindt u de algemene richtlijnen voor het oplossen van problemen.
Als er zich een probleem voordoet met uw apparaat, lees dan de controlepunten door en voer de procedures op de
aangegeven pagina's uit. Als het probleem aanhoudt, neem dan contact op met uw servicevertegenwoordiger.
Probleem
Een van de toepassingen wil
niet starten.
Het scherm werkt niet
wanneer het apparaat is
ingeschakeld.
Er worden geen afdrukken
gemaakt wanneer ik op de
Start-toets druk.
Er worden blanco vellen
papier uitgevoerd.
De afdrukken zijn veel te
licht.
Afdrukken zijn te donker,
zelfs wanneer de
achtergrond van het
gescande origineel wit is.
Controlepunten
Is de tijd voor de automatische
bedieningspaneel-reset te kort?
Zit de stekker van het apparaat in het
stopcontact?
Staat er een bericht op het scherm?
Staat het apparaat in de slaapstand?
Zijn de originelen goed geplaatst?
—
Is het papier vochtig?
Heeft u de dichtheid gewijzigd?
Is de toner gelijkmatig verdeeld in de
tonercontainer?
Staat er een bericht dat er toner moet
worden toegevoegd?
Is de EcoPrint-functie ingeschakeld?
—
—
Heeft u de dichtheid gewijzigd?
Mogelijke oplossing
Stel de tijd voor de automatische
bedieningspaneel-reset in op 30
seconden of langer.
Stop de stekker van het netsnoer in
een stopcontact.
Bepaal de gepaste reactie op het
bericht en voer de bijbehorende actie
uit.
Druk op de Power-toets om de
slaapstand uit te schakelen.
Wanneer u de originelen op de
glasplaat legt, plaats ze dan met de
beeldzijde omlaag en lijn ze uit tegen
de aanduidingsplaten voor het
origineelformaat.
Als u de originelen in de
documenttoevoer plaatst, plaats ze
dan met de beeldzijde omhoog.
Controleer de instellingen van de
applicatiesoftware.
Vervang het papier.
Als het probleem zich regelmatig
voordoet, schakel dan de
cassetteverwarmerschakelaar in.
Selecteer een geschikt
dichtheidsniveau.
Schud de tonercontainer een aantal
keren heen en weer.
Vervang de tonercontainer.
Schakel de EcoPrint-functie uit.
Start [Drum reinigen 1] op.
Zorg ervoor dat de
papiersoortinstelling klopt voor het
gebruikte papier.
Selecteer een geschikt
dichtheidsniveau.
5-8
Referentie-
pagina
—
2-11
5-13
2-17
3-7
3-9
—
3-2
2-4
3-52
—
5-2
5-2
—
—
—
3-52
—