4
Voor printers in een netwerk kunnen de papiersoort en het papierformaat
Opmerking
ook worden geconfigureerd via de HP WebJetAdmin-software. Zie de
on line Help-informatie van het printerstuurprogramma.
Voor afdrukken per soort en formaat kan het nodig zijn lade 1 te ledigen
of te sluiten, of het Papierverwerkingsmenu op het bedieningspaneel van
de printer in te stellen op
informatie "Gebruik van lade 1 aanpassen" op pagina 74.
Instellingen in het printerstuurprogramma en het toepassingsprogramma
hebben voorrang op de bedieningspaneelinstellingen. (De instellingen in
het toepassingsprogramma onderdrukken het printerstuurprogramma-
instellingen.)
76 Hoofdstuk 2 - Afdruktaken
• Laden 2, 3 en 4: Het papierformaat wordt automatisch
gevonden wanneer het papier op correcte wijze in de lade is
geladen en nadat het papier is aangepast aan het
papierformaat (zie "Lade 2, 3 en 4 vullen" op pagina 50 voor
informatie over aanpassingen van laden). Als u speciaal papier
hebt geladen, stel dan het formaat van dit speciale papier vanuit
het Afdrukmenu zodanig in dat het overeenkomt met het papier
dat in de lade geladen is. Stel de papierformaatinstelknop in de
lade in op Speciaal. Zie "Richtlijnen voor afdrukken op speciale
papierformaten" op pagina 67 voor het afdrukken op papier van
speciaal formaat.
• Optionele envelopinvoer: Stel het papierformaat in vanuit het
Papierverwerkingsmenu.
Selecteer de gewenste papiersoort voor papierformaat vanuit een
toepassingsprogramma of het printerstuurprogramma.
LADE 1 MODUS=PAPIERLADE
. Zie voor meer
DU