Instellingen in het printerstuurprogramma en het toepassingsprogramma
Opmerking
hebben voorrang op de bedieningspaneelinstellingen. (De instellingen in
het toepassingsprogramma onderdrukken het printerstuurprogramma-
instellingen,)
Als instellingen niet in de software verkrijgbaar zijn, stel het speciale
papierformaat dan op het bedieningspaneel in:
1
2
3
4
5
68 Hoofdstuk 2 - Afdruktaken
X (bovenkant)
Korte zijde
naar voren
drukken
Kies vanuit het Afdrukmenu de volgende instelling:
SPECIAAL PAPIER=JA
Kies vanuit het Afdrukmenu inches of millimeters als
maateenheid.
Stel vanuit het Afdrukmenu de X-afmeting in (de bovenkant van
het papier) zoals te zien is in bovenstaande figuur. De X-afmeting
kan 76 tot 216 mm zijn.
Stel de Y-afemting (de zijkant van het papier) in zoals te zien is in
bovenstaande figuur. De Y-afmeting kan 127 tot 356 mm zijn.
Wanneer de afmeting van het speciale formaat papier
bijvoorbeeld 203 bij 254 mm is, stel dan als volgt in: X=203 mm
en Y=254.
Als u speciaal papier hebt geladen in lade 1 stel dan
MODUS=CASSETTE
, en vervolgens
vanuit het Papierverwerkingsmenu op het bedieningspaneel van
de printer. Zie "Gebruik van lade 1 aanpassen" op pagina 74.
Indien speciaal formaat papier is geladen in lade 2, 3 en 4, zorg
dan dat de papierformaatinstelknop op Speciaal is ingesteld
(zie "Lade 2, 3 en 4 vullen" op pagina 50).
Y (zijkant)
.
LADE 1 FORMAAT=SPCIAL
CONFIGUREER
LADE 1
in
DU