[NACHTL. SCHAP]
Nachtlandschap kan levendig gefotografeerd worden met een langzame sluiter.
• De flitsinstelling wordt vastgesteld op [Œ].
[VERLICHTING]
Verlichting wordt prachtig gefotografeerd.
• De flitsinstelling wordt vastgesteld op [Œ].
[NACHTL. CREATIEF]
De diafragmawaarde (P89) kan worden veranderd in de instelling van [NACHTL. SCHAP].
• De flitsinstelling wordt vastgesteld op [Œ].
∫ Technieken voor nachtportretten
• Omdat de sluitertijd langzamer wordt, raden we het gebruik van een statief en de
zelfontspanner aan voor deze opnamen.
• Houd het voorwerp nog ongeveer 1 seconde nadat u de opname hebt gemaakt stil wanneer
[NACHTPORTRET] is geselecteerd.
Aantekening
• Tijdens bewegend beeldopname, worden er instellingen voor zacht licht gebruikt, die
betere beelden zullen opleveren in zacht verlichte kamers of bij het vallen van de avond.
• Er kan ruis zichtbaar worden wanneer u opnamen maakt op donkere plekken.
• De sluiter kan gesloten blijven nadat u de opname gemaakt heeft. Dit komt door
signaalverwerking en duidt niet op storing.
[OPNAME] functie:
Beelden maken die met de scène die opgenomen
wordt overeenkomen
Als u een scènefunctie kiest om een opname te maken van een beeld in een bepaalde
situatie zal de camera automatisch de optimale belichting instellen en aanpassen voor de
gewenste opname.
Draai de instelknop op [
Op 2/1 drukken om het gewenste scènemenu te
kiezen.
• U kunt ook de functieknop voorop gebruiken om te selecteren.
Druk op [MENU/SET] om de instelling te bewaren.
• Het menuscherm schakelt over naar het opnamescherm in de ingestelde scènefunctie.
∫ Over de informatie
• Als u op [DISPLAY] drukt wanneer u een scènefunctie kiest in stap
wordt per scènefunctie uitleg op het scherm afgebeeld. (Als u
nogmaals op [DISPLAY] drukt, keert u terug naar het
scènefunctiemenu.)
¿
(
].
: Scènefunctie)
Gevorderd (Opname van beelden)
2
,
VQT2A68
97