Wit:
Afgebeeld wanneer er meer dan één gezicht gevonden wordt. Er wordt ook op de andere
gezichten die zich op dezelfde afstand bevinden als gezichten binnen de gele AF-zones
scherpgesteld.
š
• Wanneer [
] wordt geselecteerd en [MEETFUNCTIE] wordt op meervoudig [C] ingesteld,
past de camera de belichting aan bij het gezicht van de persoon.
• Bij sommige opnameomstandigheden, waaronder de onderstaande, werkt de
gezichtsherkenningsfunctie mogelijk niet waardoor gezichten niet kunnen worden herkend.
[AF MODE] is gewisseld naar [
– Wanneer het gezicht niet naar het toestel gericht is
– Wanneer het gezicht op een hoek is
– Wanneer het gezicht extreem helder of donker is
– Wanneer de gezichten weinig contrast hebben
– Wanneer de gezichtstrekken verborgen zijn achter een zonnebril enz
– Wanneer het gezicht klein lijkt op het scherm
– Wanneer er een snelle beweging is
– Wanneer het onderwerp geen menselijk wezen is
– Wanneer het toestel schudt
Breng het onderwerp in het
trackingkader en druk de
sluiterknop tot halverwege in
om het onderwerp te fixeren.
A AF Trackingkader (Wit)
B AF Trackingkader (Geel)
• Zodra het onderwerp wordt herkend, wordt de AF-zone groen en wordt het onderwerp
vergrendeld. Wanneer u de ontspanknop loslaat, worden de focus en belichting
automatisch en continu vastgesteld in overeenstemming met het onderwerp (Dynamic
Tracking). De AF-zone wordt in dit geval in het geel weergegeven.
• AF tracking wordt geannuleerd wanneer op
Maak de opname.
Aantekening
• Als het vergrendelen niet lukt, zal de AF-zone in het rood knipperen en verdwijnen. Probeer
nog een keer te vergrendelen.
• AF Tracking werkt niet als de AF niet getraceerd kon worden. De AF-functie schakelt in dat
geval naar [Ø].
• [GEZICHT HERK.] werkt niet wanneer AF-opsporing actief is.
• [
] werkt hetzelfde als [Ø] in [STANDAARD] (
(
) in de filmfunctie.
• Dynamische opsporing-functie zou niet kunnen werken in de volgende gevallen:
– Wanneer het onderwerp te klein is
– Wanneer de opnameplaats te donker of te helder is
– Wanneer het onderwerp te snel beweegt
– Wanneer de achtergrond dezelfde of een soortgelijke kleur heeft als het onderwerp.
– Wanneer er beeldbibber is
].
[
] (AF Tracking) instellen
Gevorderd (Opname van beelden)
Voor het
vergrendelen
A
of 2 wordt gedrukt.
[
]
MENU/SET
), [DYNAMISCH] (
Vergrendeld
B
) of [ZACHT]
77
VQT2A68