Gevorderd (Opname van beelden)
Aantekening
• Het zal een normale bewegend beeldopname zijn wanneer u een bewegend beeld
opneemt. Gebruik de Creatieve Bewegende Beeldfunctie wanneer u graag wilt opnemen
met het instellen van de opening- of sluitertijd. (P108)
• Met [BELICHT. INST.] (P130) in het [VOORKEUZE MENU]-menu kan de manier waarop wordt
geschakeld tussen het instellen van het diafragma en het instellen van de sluitertijd worden
veranderd.
• De werkelijke opnamen kunnen lichter of donkerder lijken op het LCD-scherm/in de zoeker.
Controleer de opnamen op het weergavescherm.
• Als er geen geschikte belichting is gevonden, gaan de diafragmawaarde en de sluitertijd rood
knipperen zodra de sluiterknop tot halverwege wordt ingedrukt.
• [‡], [
], [
] en [
• De [GEVOELIGHEID] wordt automatisch op [ISO100] gezet wanneer u de opnamefunctie
wisselt naar Handmatige belichting terwijl de [GEVOELIGHEID] op [AUTO] of [
staat.
• Als u de ontspanknop half indrukt met een lage sluitersnelheid, wordt de sluitertijd op het
scherm afgeteld.
• Wanneer u een lens gebruikt met een openingsring, heeft de instelling van de openingsring de
prioriteit.
[OPNAME] functie:
Controleer de effecten van diafragma en sluitertijd
(Preview-functie)
U kunt voor het maken van een opname de velddiepte (effectief focusbereik) controleren
door de bladsluiter te sluiten tot de diafragmawaarde die u instelt.
] A (previewknop).
Druk op [
• Het previewscherm wordt weergegeven. Als u
op [
] drukt, gaat u terug naar het vorige
scherm.
∫ Eigenschappen velddiepte
Diafragmawaarde
¢1
Focuslengte van de lens
Afstand tot het onderwerp
Velddiepte (effectief focusbereik)
¢1 Opnameomstandigheden
¢2 Voorbeeld: Als u een opname met een wazige achtergrond wilt maken enz.
¢3 Voorbeeld: Als u een opname wilt maken waarbij alles, inclusief achtergrond enz., is
scherpgesteld.
92
VQT2A68
] voor de flitser kunnen niet worden ingesteld.
De effecten van het diafragma controleren
Klein
Tele
Dichtbij
¢2
Ondiep (Smal)
] (Intelligent)
Groot
Breed
Veraf
¢3
Diep (Breed)