• Het lampje van de zelfontspanner B knippert en de sluiter wordt na
10 seconden geactiveerd (of na 2 seconden).
• Als u op [MENU/SET] drukt terwijl u een opname maakt met de
zelfontspanner, wordt die geannuleerd.
• Als [
] wordt geselecteerd, gaat het lampje van de zelfontspanner
na de eerste en tweede opname weer knipperen en wordt de sluiter
2 seconden nadat het knipperen begon, geactiveerd.
∫ De tijd voor de zelfontspanner wijzigen
1
Selecteer [ZELF ONTSP.] in het [OPNAME]-functiemenu. (P29)
2
Druk op 3/4, selecteer de functie en druk vervolgens op
[MENU/SET].
Onder-
deel
10 seconden
10 seconden/3 opnamen
2 seconden
• Als u [
] instelt maakt de camera 10 seconden daarna 3 opnamen met intervals van
ongeveer 2 seconden.
3
Op [MENU/SET] drukken om het menu te sluiten.
• U kunt ook de ontspanknop tot de helft indrukken om het menu te sluiten.
Aantekening
• Wanneer u een statief of dergelijke enz. gebruikt, is de instelling van de zelfontspanner op
2 seconden handig om de beweging die veroorzaakt wordt door het indrukken van de
ontspanknop te vermijden.
• Wij raden u aan een statief te gebruiken als u opnamen maakt met de zelfontspanner.
• De opname-interval kan afhankelijk van de opnameomstandigheden meer dan 2 seconden zijn
wanneer [
] wordt geselecteerd.
• De flitsoutput is mogelijk niet constant wanneer [
• De bediening is gelijk aan [
Bracket-opnamen op [
• De zelfontspanner kan in de Intelligent Auto-
• De zelfontspanner zal buiten werking gesteld worden tijdens de opname van de bewegende beelden.
[OPNAME] functie:
De focusmethode instellen
Op deze manier kunt u de focusmethode gebruiken die bij de posities en het aantal te
selecteren onderwerpen past.
De functie kiezen die overeenkomt met de opnamecondities en de samenstelling.
Zet de instelknop voor de focusfunctie op [AFS] of [AFC].
Druk op 2 (
AF-functie te selecteren.
• U kunt ook de functieknop voorop gebruiken om te selecteren.
Instellingen
], zelfs als deze tijdens het maken van Multi Film
] staat (P89).
) en vervolgens op 2/1 om de
Gevorderd (Opname van beelden)
] wordt ingesteld.
functie niet op [
] worden gezet.
(AF-functie)
75
VQT2A68