∫ Over de batterijoplader
WAARSCHUWING!
•
OM EEN GOEDE VENTILATIE TE VERZEKEREN, DIT APPARAAT NIET IN EEN
BOEKENKAST, EEN INGEBOUWDE KAST OF EEN ANDERE GESLOTEN RUIMTE
INSTALLEREN OF GEBRUIKEN. ZORG ERVOOR DAT DE VENTILATIEWEGEN NIET
DOOR GORDIJNEN OF ANDERE MATERIALEN WORDEN AFGESLOTEN, OM
GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOK OF BRAND TEN GEVOLGE VAN
OVERVERHITTING TE VOORKOMEN.
•
ZORG DAT DE VENTILATIE-OPENINGEN VAN HET APPARAAT NIET GEBLOKKEERD
WORDEN DOOR KRANTEN, TAFELKLEEDJES, GORDIJNEN, OF IETS DERGELIJKS.
•
ZET GEEN OPEN VUUR, ZOALS BRANDENDE KAARSEN, OP HET APPARAAT.
•
DOE LEGE BATTERIJEN WEG OP EEN MILIEUVRIENDELIJKE MANIER.
•
De batterijoplader is in de stand-bystand wanneer de AC-stroomvoorzieningssnoer verbonden
is. Het primaire circuit staat altijd "onder stroom" zolang als het stroomsnoer verbonden is aan
een elektrische uitlaat.
∫ Wat u wel en niet met het toestel mag doen
•
Het toestel niet hard schudden of stoten bezorgen door het te laten vallen of het ergens
tegen aan laten slaan. Geen zware druk uitoefenen.
Het toestel kan slecht werken, het maken van beelden zou onmogelijk kunnen worden of de
lens, de LCD-monitor of de buitenkant zouden beschadigd kunnen raken.
•
Wees bijzonder voorzicht op de volgende plaatsen die problemen met het toestel
kunnen veroorzaken.
–
Plaatsen met veel zand of stof.
–
Plaatsen waar water in het toestel kan komen zoals op een strand of op plaatsen waar het
regent.
•
De lens en de uitlaten niet aanraken met vuile handen. Ook oppassen dat er zich geen
vloeistoffen, zand en andere er niet toe doende stoffen in de nabijheid van de lens,
knopen, enz. bevinden.
•
Dit toestel is niet waterbestendig. Als er zeewaterdruppels op het toestel komen, een
droge doek gebruiken om het toestellichaam voorzichtig af te drogen.
Als het apparaat niet normaalt werkt, gelieve contact opnemen met de dealer waar u het
toestel gekocht heeft of met het reparatieservicecentrum.
•
Blijf met uw handen buiten de vatting van de body van de digitale camera. De
sensorgroep is een precisieapparaat en kan een storing of schade veroorzaken.
∫ Over Condensatie (Wanneer de lens of de Zoeker beslagen is)
•
Condens doet zich voor wanneer de omgevingstemperatuur of vochtigheid wijzigt zoals
hieronder beschreven wordt. Op condens letten omdat het vlekken op de lens, schimmel of
storing veroorzaakt.
•
Als er condens in de camera komt, zet u het toestel uit en laat het ongeveer 2 uur met rust. De
aanslag verdwijnt vanzelf als de camera weer op kamertemperatuur komt.
∫ Lees ook de "Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik". (P168)
Voor Gebruik
3
VQT2A68