nl Reiniging en onderhoud
22.3 Bedieningselementen reinigen
WAARSCHUWING ‒ Kans op elektrische schok!
Binnendringend vocht kan tot elektrische schokken lei-
den.
De bedieningsknop er niet aftrekken voor het
▶
schoonmaken.
Gebruik geen natte vaatdoekjes.
▶
De informatie over de reinigingsmiddelen in acht ne-
1.
men.
2.
Met een vochtig vaatdoekje en heet zeepsop reini-
gen.
Met een zachte doek nadrogen.
3.
22.4 Zelfreinigende oppervlakken in de
binnenruimte schoonmaken
De achterwand in de binnenruimte is zelfreinigend. De
zelfreinigende oppervlakken zijn voorzien van een laag-
je poreus, mat keramiek en hebben een ruw oppervlak.
Wanneer het apparaat in gebruik is, nemen de zelfreini-
gende oppervlakken vetspetters van het bakken, bra-
den of grillen op en breken ze af. Wanneer de zelfreini-
gende oppervlakken zich tijdens het gebruik niet meer
voldoende reinigen, warm de binnenruimte dan gericht
op.
LET OP!
Als de zelfreinigende oppervlakken niet regelmatig wor-
den gereinigd, kan dit leiden tot schade aan de opper-
vlakken.
Als op de zelfreinigende oppervlakken donkere vlek-
▶
ken zichtbaar zijn, de ovenruimte opwarmen.
Geen ovenreiniger of schurende reinigingsmiddelen
▶
gebruiken. Wanneer er per ongeluk ovenreiniger op
de zelfreinigende oppervlakken terechtkomt, direct
afdeppen met water en een vaatdoekje. Niet wrijven.
Haal de accessoires en vormen uit de binnenruimte.
1.
De rekjes losmaken en uit de binnenruimte nemen.
2.
→ "Rekjes", Pagina 27
Grove verontreinigingen met een heet sopje en een
3.
zachte doek reinigen:
– van de gladde emaille oppervlakken
– van de binnenkant van de apparaatafdekking
– van de glazen afscherming van de ovenlamp
Zo voorkomt u hardnekkige vlekken.
Voorwerpen uit de binnenruimte verwijderen. De bin-
4.
nenruimte moet leeg zijn.
3D-heteluchtfunctie met de functiekeuzeknop in-
5.
stellen.
Stel de maximale temperatuur in met de tempera-
6.
tuurknop.
a Na enkele seconden begint het apparaat op te war-
men.
Het apparaat na 1 uur uitschakelen.
7.
Wanneer het apparaat afdoende is afgekoeld, de
8.
binnenruimte met een vochtige doek afnemen.
26
Opmerking: Op de zelfreinigende oppervlakken
kunnen er roodachtige vlekken ontstaan. Dat is
geen roest, maar het zijn resten van gerechten die
zout bevatten. Voedingsbestanddelen zoals suiker
en eiwit worden door de oppervlaktecoating niet af-
gebroken en kunnen aan het oppervlak vastplakken.
Deze vlekken zijn niet schadelijk voor de gezond-
heid en hebben geen invloed op het reinigende ver-
mogen van de zelfreinigende oppervlakken.
De rekjes inhangen.
9.
→ "Rekjes", Pagina 27
22.5 Mogelijke vlekken
Om deze vlekken te vermijden, de kookplaat met voch-
tig schoonmaakdoekje reinigen en met een doek na-
drogen.
Scha-
Oorzaak
de
Vlek-
Resten van
ken
kalk en wa-
ter
Vlek-
Suiker, rijst-
ken
zetmeel of
kunststof
22.6 Kookplaat reinigen
Reinig de kookplaat na elk gebruik, zodat kookresten
niet inbranden.
Vereiste: De kookplaat moet koud zijn. Laat alleen bij
suikervlekken, rijstzetmeel, kunststof- of aluminiumfolie
de kookplaat niet afkoelen.
Verwijder hardnekkig vuil met een schraper voor vi-
1.
trokeramische kookplaat.
Reinig de kookplaat met een reinigingsmiddel voor
2.
glaskeramiek.
Houd de reinigingsinstructies op de verpakking van
het reinigingsmiddel aan.
Tips
¡ Met een speciale spons voor glaskeramiek kunt
u goede reinigingsresultaten boeken.
¡ Wanneer u de bodem van het kookgerei schoon
houdt, dan blijft het oppervlak van de kookplaat
in een goede conditie.
22.7 Kookplaatrand reinigen
Wanneer er na het gebruik vuil of vlekken op de rand
van de kookplaat bevinden, reinig deze dan.
Opmerking: Geen schraper gebruiken.
De kookplaatrand reinigen met warm zeepsop en
1.
een zachte doek.
Nieuwe vaatdoekjes voor gebruik grondig uitwas-
sen.
Droog na met een zachte doek.
2.
Maatregel
Reinig de kookplaat pas wan-
neer deze is afgekoeld.
Een geschikt reinigingsmiddel
voor kookplaten van glaskera-
miek gebruiken.
Direct reinigen.
Gebruik een schraper.