De beeldkwaliteit op het
LCD-scherm wijzigen
1
Zet de AUTO/MANUAL-
schakelaar op MANUAL (l 58)
2
Selecteer het menu. (l 22)
[INSTELLEN] # [LCD AI] # [DYNAMISCH]
of [NORMAAL]
[DYNAMISCH]:
Het beeld op het LCD-scherm wordt helder en
scherp. Het contrast en de helderheid worden
optimaal afgestemd op de opgenomen scènes.
Dit leidt tot heldere en scherpe beelden.
[NORMAAL]:
Schakelt over naar de standaard beeldkwaliteit.
≥ Wanneer de helderheid van het LCD-scherm
wordt verhoogd (wanneer [POWER LCD] is
ingesteld op [
] of [
1
+
AUTO/MANUAL-schakelaar is ingesteld op
AUTO, wordt dit ingesteld op [DYNAMISCH]
en kan de instelling niet worden veranderd.
Aanpassen van de
beeldscherpte van de
zoeker
Stel het beeld scherp door het
oogcorrectiewieltje te draaien.
30
VQT1T71
]), of wanneer de
2
+
Opnemen en tegelijk het
opnamebeeld laten zien
¬ Draai de functieknop om
selecteren.
Draai het LCD-scherm in de richting
van de lens.
≥ Zowel het LCD-scherm als de zoeker worden
ingeschakeld tijdens de één-op-één-opname,
ongeacht de instelling van de LCD/EVF-
keuzeschakelaar.
≥ Het beeld op het LCD-scherm is dan
horizontaal omgedraaid en het lijkt alsof u in
een spiegel kijkt. (Het opgenomen beeld is
hetzelfde als een normale opname.)
≥ Neem op door naar het beeld in de zoeker te
kijken tijdens de één-op-één-opname.
≥ Slechts enkele aanduidingen kunnen op het
scherm verschijnen. Zet het LCD-scherm terug
in de normale stand als [°] verschijnt en
controleer het pictogram waarschuwing/
foutmeldingen. (l 119)
≥ De volgende instellingen kunnen niet worden
gemaakt tijdens de één-op-één-opname. Zet
het LCD-scherm terug in de normale stand
voordat u deze instellingen maakt.
jPOWER LCD
jLCD Instelling
te