∫ Als scènes van minder dan 3 seconden zijn opgenomen
1 3 of meer seconden
2 Minder dan 3 seconden
A Het beeld blijft een aantal seconden stilstaan na een scène die minder dan 3 seconden duurt.
∫ Als PRE-REC is gebruikt voor het opnemen
1 Normale opname
2 PRE-REC opnemen
A Het beeld hapert aan het eind van de laatste scène die normaal is opgenomen voor het PRE-REC
opnemen.
∫ Als de opname-instelling werd veranderd van HA/HG/HX naar HE, of van
HE naar HA/HG/HX
A Het beeld hapert als de scènes wisselen tussen de opname-instellingen HA/HG/HX en HE.
B Het afspelen verloopt soepel als dezelfde opname-instelling wordt gebruikt of de opname-instelling
wordt gewisseld tussen HA, HG en HX.
129
VQT1T71