[BASS INSTELLING]
Verander de lagere instelling van de ingebouwde microfoon naar wens.
≥ Verander de functie naar
≥ Naar de handmatige werking schakelen. (l 75)
: [OPNAME INST.] # [BASS INSTELLING] # gewenste instelling
[0dB]/[+3dB]/[+6dB]/[Windruis]
≥ Stel normaal gesproken in op [0dB].
≥ Selecteer [+3dB] of [+6dB] voor een sterk power-gevoel op het basniveau.
[BEELDINSTEL.]
Stelt de kwaliteit van het beeld in tijdens het opnemen.
Stel in door het beeld uit te voeren naar een televisie en dan de beeldkwaliteit te veranderen.
≥ Zet de mode op
≥ Naar de handmatige werking schakelen. (l 75)
1
Selecteer het menu.
: [OPNAME INST.] # [BEELDINSTEL.]
2
Raak de gewenste instellingsopties aan.
[SCHERPTE]:
[KLEUR]:
[BELICHTING]:
[WB aanpassing]:
3
Raak
/
aan om de instellingen uit te voeren.
4
Raak [ENTER] aan.
≥ Raak [STOP] aan of druk op de MENU toets om de instellingen te vervolledigen.
verschijnt op het beeldscherm.
≥
68
VQT2N49
.
of
.
Scherpte van de rand
Diepte van de kleur van het beeld
Helderheid van het beeld
Kleurbalans beeld