[NAAM WEERGEVEN]
Wanneer tijdens een opname een geregistreerd gezicht door de gezichtsherkenning
gedetecteerd wordt, zal de naam die voor dat gezicht ingevoerd is, weergegeven worden.
≥ Verander de functie naar
: [OPNAME INST.] # [NAAM WEERGEVEN] # gewenst nummer
[UIT]/[1]/[2]/[3]
≥ Na enige tijd zal de weergegeven naam verdwijnen.
≥ Het wordt weergegeven volgens de instelling van de registratievolgorde vanaf het eerste gezicht.
≥ Deze functie wordt niet weergegeven tijdens de face-to-face opname of de afspeelmode.
[GEZICHTKADER]
Opgespoorde gezichten worden met kaders afgebeeld.
≥ Verander de functie naar
: [OPNAME INST.] # [GEZICHTKADER] # gewenste instelling
[UIT]:
Wist de instelling.
[PRIMAIR]:
Alleen het gezichtskader met prioriteit wordt afgebeeld.
[ALLE]:
Alle gezichtskaders worden afgebeeld.
≥ Er worden tot 15 kaders aangeduid. Bredere gezichten, en gezichten die zich dichter bij the
midden van het beeldscherm bevinden, hebben voorrang boven andere. Wanneer [GEZICHT
HERK.] op [AAN] staat, wordt voorrang gegeven aan de geregistreerde gezichten.
∫ Gezichtskader met prioriteit
Het gezichtskader met prioriteit is oranje. De scherpstelling en de instelling van de helderheid
worden uitgevoerd voor het gezichtskader met prioriteit.
≥ Prioriteit gevende gezichtskaders worden alleen afgebeeld in Intelligente Auto Mode.
≥ De camera stelt scherp op het gezichtskader met prioriteit wanneer de
halverwege wordt ingedrukt bij het nemen van foto's. Het gezichtskader met prioriteit wordt
groen nadat is scherpgesteld.
[AGS]
Als de camera tijdens video-opnamen vanuit de horizontale stand ondersteboven gedraaid
blijft, wordt de camera automatisch in de opnamepauzestand gezet.
≥ Verander de functie naar
: [OPNAME INST.] # [AGS] # [AAN]
≥ Als u een onderwerp recht boven of recht onder u opneemt, kan de AGS-functie in werking
treden, waardoor de opname wordt onderbroken.
64
VQT2N49
of
.
of
.
.
toets tot