Faden
Wanneer u met opnemen begint, zal het beeld/geluid
geleidelijk verschijnen. (Infaden)
Wanneer u het opnemen onderbreekt, verdwijnen beeld en
geluid geleidelijk. (Uitfaden)
≥ Als het opnemen stopt wordt de fade-instelling geannuleerd.
∫ Kleurselectie voor in-/uitfaden
: [OPNAME INST.] # [FADE KLEUR] #
[WIT] of [ZWART]
≥ De miniaturen van de opgenomen scènes waarbij de infaden is geselecteerd, worden zwart (of wit).
Intelligent contrast controle
Deze functie maakt delen van het beeld die zich in de schaduw bevinden en moeilijk te
zien zijn helderder, en onderdrukt tegelijkertijd de witverzadiging van de heldere delen
van het beeld. Zowel helder als donkere delen kunnen goed worden opgenomen.
≥ Bij te donkere of te lichte delen of bij onvoldoende helderheid kan het effect moeilijk zichtbaar zijn.
PRE-REC
PRE-REC
Dit voorkomt dat u een opname mist.
Hiermee kunt u ongeveer 3 seconden voordat op de start/stop-toets voor het opnemen
gedrukt wordt, beeld en geluid opnemen.
verschijnt op het scherm.
≥
PRE-REC
≥ Richt het toestel van tevoren op het onderwerp.
≥ Er is geen "beep"-geluid.
≥ PRE-REC wordt in de volgende gevallen gewist.
j Indien u de mode verandert.
j Als u de SD-kaart wegneemt terwijl [KIES MEDIUM] op [VIDEO/SD-KAART] staat
j Indien u op de MENU toets of op de 1080/50p toets drukt.
j Indien u het toestel uitschakelt.
j Als u de opname start.
j Nadat 3 uur verstreken zijn
≥ Bewegende beelden die zijn genomen 3 seconden voordat de knop opname starten/
stoppen werd ingedrukt, kunnen niet worden opgenomen als het opnemen binnen minder
dan 3 seconden na het instellen van PRE-REC wordt gestart of als het PRE-REC-lampje
binnen ongeveer 3 seconden na het starten van de Quick Start-bewerking begint te
knipperen.
≥ Beelden die in de afspeelwijze als miniatuur weergegeven worden, zullen afwijken van de
video's die aan het begin van het afspelen worden weergegeven.
54
VQT2N49
(Infaden)
(Uitfaden)