Basiskennis
•
Als u na het scherpstellen op een onderwerp in-/uitzoomt, kan de nauwkeurigheid van het
brandpunt verloren gaan. Stel het brandpunt in dat geval opnieuw in.
•
Het bereik van de scherpstelling is anders, afhankelijk van de gebruikte lens.
–
Wanneer de onderling verwisselbare lens (H-HS12035) gebruikt wordt: 0,25 m tot
–
Wanneer de onderling verwisselbare lens (H-VS014140) gebruikt wordt: 0,5 m tot
Onderwerp en opnameomstandigheid waarop het moeilijk is scherp te stellen
∫
•
Snelbewegende onderwerpen, extreem helderen onderwerpen of onderwerpen zonder
contrast.
•
Wanneer u onderwerpen opneemt door ramen of in de buurt van glimmende voorwerpen.
•
Wanneer het donker is of wanneer er zich beeldbibber voordoet.
•
Wanneer het toestel zich te dicht bij het onderwerp bevindt of wanneer u een beeld maakt van
zowel onderwerpen ver weg als onderwerpen dichtbij.
¶
¶
69