Opnemen
Scènedetectie
∫
Fotograferen
[i-Portret]
¦
[i-Landschap]
[i-Macro]
[i-Nachtportret]
[i-Nachtl.schap]
[i-Baby]
[i-Zonsonderg.]
¢1 Alleen wanneer [
¢2 Wanneer [Gezicht herk.] op [ON] gezet is, zal [
van geregistreerde gezichten die al ingesteld waren, maar alleen wanneer het gezicht van
een kind van drie jaar of jonger gedetecteerd wordt.
Wanneer u bewegende beelden opneemt
[i-Portret]
¦
[i-Landschap]
[i-Zacht licht]
[i-Macro]
•
[ ¦ ] is ingesteld als geen van de scènes van toepassing zijn en de standaardinstellingen ingesteld zijn.
•
Wanneer [
], [
] of [
detecteren en het brandpunt en de belichting bijstellen. (Gezichtsdetectie)
•
Als bijvoorbeeld een statief gebruikt wordt en het toestel beoordeelt dat het schudden van het
toestel minimaal is wanneer de Scènedetectie als [
zijn dan normaal. Let op dat u het toestel tijdens het fotograferen niet beweegt.
•
Er zal een optimumscène voor het gespecificeerde onderwerp gekozen worden wanneer er
ingesteld wordt op AF-opsporing.
•
Wanneer [Gezicht herk.] op [ON] gezet is en een gezicht gedetecteerd wordt dat lijkt op het
geregistreerde gezicht, dan wordt [R] weergegeven op de rechter bovenkant van [
•
Wegens omstandigheden zoals de hieronder genoemde, kan er een andere scène
geïdentificeerd worden voor hetzelfde onderwerp.
–
Onderwerpomstandigheden: Wanneer het gezicht helder of donker is, De grootte van het
onderwerp, De kleur van het onderwerp, De afstand tot het onderwerp, Het contrast van het
onderwerp, Wanneer het onderwerp beweegt
–
Opnameomstandigheden: Zonsondergang, Zonsopgang, Onder omstandigheden van geringe
helderheid, Wanneer het toestel geschud (bewogen) wordt, Wanneer de zoom gebruikt wordt
•
Om beelden te maken in een bedoelde scène, wordt het aangeraden dat u beelden maakt in de
juiste opnamefunctie.
1
¢
2
¢
] (AUTO) geselecteerd is.
] geselecteerde is, zal de camera automatisch een gezicht
] weergegeven worden voor verjaardagen
] geïdentificeerd is, zal de sluitertijd lager
], [
] en [
].
110