Wi-Fi
•
Controleer de handleiding van de draadloze toegangspunten en instellingen wanneer u een
draadloos toegangspunt opslaat.
•
Als er geen verbinding vastgesteld kan worden, zouden de radiogolven van het draadloze
toegangspunt te zwak kunnen zijn. Raadpleeg
"
Problemen oplossen
•
De overdrachtsnelheid kan afnemen of kan niet bruikbaar zijn afhankelijk van de omgeving
waarin deze gebruikt wordt.
Rechtstreeks verbinden
•
Verbind dit toestel rechtstreeks met het apparaat dat u als draadloos toegangspunt gebruikt. U
kunt dit toestel en het apparaat verbinden met een methode die door het apparaat ondersteund
wordt.
Druk op 3/4 om de verbindingsmethode te selecteren en druk vervolgens
op [MENU/SET].
Verbindingsmethode
TM
[Wi-Fi Direct]
[WPS-verbinding]
[Handmatig.
verbinden.]
"
(P286)
voor details.
1
Zet het apparaat op de Wi-Fi Direct modus.
2
Druk op 3/4 om [Wi-Fi Direct] te selecteren en druk
vervolgens op [MENU/SET].
3
Druk op 3/4 om het apparaat te selecteren waarmee u
een verbinding wilt maken en druk vervolgens op
[MENU/SET].
•
Lees de instructiehandleiding van het apparaat in kwestie voor
details.
[WPS (knop)]
1
Druk op 3/4 om [WPS (knop)] te selecteren en druk
vervolgens op [MENU/SET].
2
Zet het apparaat op WPS-modus.
•
Het wachten op de verbinding kan langer duren als u op dit
toestel op de [DISP.]-knop drukt.
[WPS (PIN-code)]
1
Druk op 3/4 om [WPS (PIN-code)] te selecteren en druk
vervolgens op [MENU/SET].
2
Voer de PIN-code van het apparaat in op dit toestel.
Voer de SSID en het password in op het apparaat. De SSID en
het password worden weergegeven op het scherm voor het
wachten op de verbinding van dit toestel.
"
Waarschuwingen op het scherm
Beschrijving van instellingen
"
(P274)
en
219