Opnemen
Opnamen maken met de zelfontspanner
Toepasbare modussen:
1
Zet de modusknop van de drive op [
2
Druk de ontspanknop half in om scherp te stellen en
druk de knop helemaal in om de opname te maken.
A Als de zelfontspanner op [
•
Er zal geen foto gemaakt worden zolang het onderwerp niet
scherp gesteld is. Focus en belichting zullen ingesteld worden
als de sluiterknop tot halverwege ingedrukt wordt.
•
Als u de sluiterknop helemaal wilt indrukken ook al is het
onderwerp niet scherp, zet u [Prio. focus/ontspan] in het
[Voorkeuze]-menu op [RELEASE].
•
Het lampje van de zelfontspanner B knippert en de sluiter
wordt na 10 seconden geactiveerd (of na 2 seconden).
•
Als [
] wordt geselecteerd, gaat het lampje van de
zelfontspanner na de eerste en tweede opname weer
knipperen en wordt de sluiter 2 seconden nadat het knipperen
begon, geactiveerd.
Veranderen van de tijdinstelling van de zelfontspanner
∫
1
Selecteer [Zelf ontsp.] in het [Opname]-menu.
2
Druk op 3/4, selecteer de functie en druk vervolgens op [MENU/SET].
Onder
deel
Beeld wordt 10 seconden nadat de ontspanknop ingedrukt wordt gemaakt.
Na 10 seconden maakt het toestel 3 foto's met tussenpozen van ongeveer
2 seconden.
Beeld wordt 2 seconden nadat de ontspanknop ingedrukt wordt gemaakt.
•
Wanneer u een statief, enz. gebruikt, is deze instelling handig om de beweging
te vermijden die veroorzaakt wordt door het indrukken van de ontspanknop.
•
Verlaat het menu nadat het ingesteld is.
•
Wij raden u aan een statief te gebruiken als u opnamen maakt met de zelfontspanner.
•
De opname-interval kan afhankelijk van de opnameomstandigheden meer dan 2 seconden zijn
wanneer [
] wordt geselecteerd.
•
De flitsoutput kan enigszins anders zijn als [
•
Onder de volgende omstandigheden kan het niet op [
–
Als witbalans bracket ingesteld is
–
[Multi-belicht.]
•
De zelfontspanner is in de volgende gevallen uitgeschakeld.
–
Wanneer u [Intervalopname] gebruikt
–
Wanneer u bewegende beelden opneemt
].
] wordt gezet.
(P55)
(P37)
Instellingen
] geselecteerd is.
] gezet worden.
A
157