Opnemen
Technieken voor handmatig scherpstellen
1 Stel scherp op het onderwerp door aan de
focusring te draaien.
2 Draai er nog een beetje aan.
3 Stel fijn scherp op het object door de
focusring heel langzaam in de
tegenovergestelde richting te draaien.
•
Als u na het scherpstellen op een onderwerp in-/uitzoomt, kan de nauwkeurigheid van het
brandpunt verloren gaan. Stel het brandpunt in dat geval opnieuw in.
•
Na het wissen van de Slaapfunctie opnieuw op het onderwerp scherpstellen.
•
Als u close-ups maakt
–
Wij raden aan een statief en de zelfontspanner
–
Het effectieve focusbereik (velddiepte) is aanzienlijk versmald. Daarom kan, als de afstand
tussen het toestel en het object gewijzigd is na het scherpstellen, het moeilijk worden om er
opnieuw op scherp te stellen.
–
De scherpte op de buitenkanten van het beeld kan wat minder zijn. Dit is geen storing.
Over de referentiemarkering van de focusafstand
De referentiemarkering van de
focusafstand is een markering
die gebruikt wordt om de
focusafstand te meten.
Gebruik dit voor opnamen met
manueel scherpstellen of
close-ups.
A Referentieteken focusafstand
B Referentielijn focusafstand
C 0,25 m [Als de onderling
verwisselbare lens
(H-HS12035) gebruikt wordt]
D 0,5 m [Als de onderling
verwisselbare lens
(H-VS014140) gebruikt wordt]
(P157)
te gebruiken.
Focusbereik
150