3. De standaardwaarden zijn vetgedrukt. U kunt als volgt de waarde van een item instellen:
• Druk op F6 op de waarde te verhogen.
• Druk op F5 op de waarde te verlagen.
4. Druk u op de Esc-knop om het submenu af te sluiten en terug te keren naar het hoofdmenu. Gebruik
vervolgens dezelfde, hiervoor genoemde methode om andere configuraties te wijzigen.
5. Als de configuratie is voltooid, drukt u op F10 om de wijzigingen op te slaan en het programma af te
sluiten. U kunt ook het tabblad Restart in het menu ThinkPad Setup selecteren en uw computer via een
van de volgende opties opnieuw opstarten.
U kunt op F9 drukken om de standaardinstellingen te herstellen.
De opstartvolgorde wijzigen
In bepaalde gevallen moet u de opstartvolgorde wijzigen zodat de computer wordt opgestart vanaf het
gewenste apparaat als dit wordt gestart. Lees dit onderwerp voor meer informatie over hoe u de volgorde
voor het opstarten van de computer kunt wijzigen.
Attentie:
• Nadat u de opstartvolgorde hebt gewijzigd, moet u het juiste apparaat opgeven bij het maken van een
kopie, bij het opslaan van bestanden of bij het formatteren. Als u het verkeerde apparaat selecteert,
kunnen de gegevens op dat apparaat worden gewist of overschreven.
• Als u de Windows BitLocker Drive Encryption-functie gebruikt en uw computer heeft een Trusted Platform
Module, moet u de opstartvolgorde niet wijzigen. BitLocker Drive Encryption vergrendelt de computer
wanneer de wijziging van de opstartvolgorde wordt gedetecteerd.
Om de opstartvolgorde te wijzigen, gaat u als volgt te werk:
1. Open het programma ThinkPad Setup en selecteer Startup ➙ Boot. Druk vervolgens op Enter. De lijst
met de volgorde van apparaten wordt nu weergegeven.
2. Stel de gewenste opstartvolgorde in.
3. Druk op F10 om de wijzigingen op te slaan en het systeem opnieuw op te starten.
U kunt de opstartvolgorde tijdelijk wijzigen door het volgende te doen:
1. Zet de computer uit.
2. Zet de computer aan. Druk zodra het logoscherm verschijnt op de toets F12.
3. Selecteer het apparaat waarvan u de computer wilt opstarten. Druk vervolgens op Enter.
Opmerking: Het menu Boot wordt weergegeven als de computer niet kan worden opgestart vanaf een
apparaat of als het besturingssysteem niet kan worden gevonden.
De UEFI BIOS bijwerken
De UEFI BIOS is het eerste programma dat op de computer wordt uitgevoerd wanneer de computer aan
staat. Met het UEFI BIOS worden de hardware-onderdelen geïnitialiseerd en worden het besturingssysteem
en andere programma´s geladen.
Wanneer u een nieuw programma, een stuurprogramma of een hardwareonderdeel installeert, wordt u
mogelijk gevraagd het UEFI BIOS bij te werken. U kunt het UEFI BIOS bijwerken door uw computer op te
starten vanaf een flash-updateschijf of een programma voor flash-updates die in de Windows-omgeving kan
worden uitgevoerd.
Hier volgen de vereisten voor flash-updates:
.
Hoofdstuk 6
Geavanceerde configuratie
63