U kunt de instelling als volgt wijzigen:
1. Ga naar het Configuratiescherm en geef grote pictogrammen weer.
2. Klik op SmartAudio. Klik in het venster dat wordt weergegeven, op het pictogram
Hoofdtelefoonbeperking uitschakelen. Volg de aanwijzingen op het scherm.
De camera's gebruiken
Afhankelijk van de modellen wordt de computer mogelijk geleverd met een conventionele camera met
ThinkShutter of een infraroodcamera.
De conventionele camera met ThinkShutter gebruiken
Als u de conventionele camera met ThinkShutter wilt gebruiken om foto's te maken en video's op te nemen,
schuift u eerst de ThinkShutter naar links om de cameralens te onthullen. Open vervolgens het Startmenu en
klik op Camera in de lijst met programma's. Als u andere programma's gebruikt die functies bieden zoals
fotograferen, videocapturing en videoconferencing, wordt de camera automatisch gestart wanneer u een
functie inschakelt waarvoor de camera is vereist. Wanneer de camera wordt gestart, gaat het statuslampje
branden om aan te geven dat de camera in gebruik is. Als u de cameralens wilt bedekken, schuift u de
ThinkShutter naar rechts.
De infraroodcamera gebruiken
De infraroodcamera biedt een persoonlijke en veilige manier voor aanmelding bij uw computer met
gezichtsverificatie. Nadat u de infraroodcamera voor gezichtsverificatie hebt ingesteld, kunt u uw computer
ontgrendelen door uw gezicht te scannen, in plaats van een wachtwoord te gebruiken.
De infraroodcamera bestaat uit de volgende onderdelen:
1 3
Infrarood-LED (Light-Emitting Diode)
De infrarood-LED zendt infraroodlicht uit. Het infraroodlicht is normaal gesproken niet zichtbaar voor het
blote oog.
2
Lens van infraroodcamera
De lens van de infraroodcamera wordt gebruikt om de afbeelding van het gezicht van een gebruiker te
maken.
4
Cameralampje
Als het cameralampje brandt, betekent dit dat de infraroodcamera zich in de herkenningsmodus bevindt.
Ga als volgt te werk om de infraroodcamera voor gezichtsverificatie in te stellen:
1. Open het menu Start en klik op Instellingen ➙ Accounts ➙ Aanmeldingsopties.
.
Hoofdstuk 2
De computer gebruiken
31