Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Bekabelde Ethernet-Verbindingen; Draadloze Verbindingen; De Draadloos-Lan-Verbinding Gebruiken - Lenovo ThinkPad X280 Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

6. Selecteer onder Energiebeheer de optie De computer uit de slaapstand halen om deze taak uit te
voeren.
• Draadloos uit
Wanneer u geen gebruikmaakt van de functies voor draadloze communicatie, zoals Bluetooth of
draadloos LAN, kunt u deze uitschakelen om energie te besparen.

Bekabelde Ethernet-verbindingen

U kunt uw computer met een Ethernet-kabel aansluiten op een lokaal netwerk via de Ethernet Gen 2-
aansluiting op uw computer.
Om een Ethernet-kabel op de computer aan te sluiten, hebt u een ThinkPad Ethernet Extension Adapter Gen
2 nodig.
De ThinkPad Ethernet Extension Adapter Gen 2 is beschikbaar als optie en kan worden aangeschaft bij
Lenovo op
https://www.lenovo.com/accessories
De Ethernet-poort op de ThinkPad Ethernet Extension Adapter Gen 2 heeft twee indicatielampjes die de
status van de netwerkaansluiting aanduiden. Als het groene lampje brandt, is de computer aangesloten op
een LAN. Wanneer het gele lampje knippert, worden er gegevens overgedragen.
GEVAAR
Om te voorkomen dat u een elektrische schok krijgt, dient u de telefoonkabel niet aan te sluiten op
de Ethernet Gen 2-adapter.

Draadloze verbindingen

Bij een draadloze verbinding worden er gegevens overgebracht via radiogolven, zonder dat er kabels of
snoeren worden gebruikt.

De draadloos-LAN-verbinding gebruiken

Een draadloos Local Area Network (LAN) bestrijkt een relatief klein gebied, zoals een kantoorgebouw of een
woonhuis. Apparaten die werken op basis van de 802.11-standaarden kunnen verbinding maken met dit
netwerktype.
Uw computer is uitgerust met een draadloos-netwerkkaart waarmee u draadloze verbindingen tot stand kunt
brengen en de status van die verbindingen in de gaten kunt houden.
U kunt als volgt een draadloos-LAN-verbinding tot stand brengen:
1. Schakel de functie voor de draadloze verbinding in. Zie 'De speciale toetsen gebruiken' op pagina 18.
2. Klik op het statuspictogram voor draadloze netwerkverbindingen in het systeemvak van Windows. Er
wordt een lijst met beschikbare draadloze netwerken weergegeven.
3. Selecteer een netwerk om verbinding mee te maken. Verstrek indien nodig de vereiste informatie.
De computer maakt automatisch verbinding met een beschikbaar draadloos netwerk dat wordt herkend als
de locatie verandert. Als het beschikbare draadloze netwerk is beveiligd, geeft u het vereiste wachtwoord op.
Voor meer informatie kunt u het Help-informatiesysteem van Windows raadplegen.
.
.
Hoofdstuk 2
De computer gebruiken
27

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave