1
Uit: De vingerafdruklezer is niet klaar om op te tikken.
2
Wit, continu brandend: De vingerafdruklezer is klaar om op te tikken.
3
Oranje, knipperend: De vingerafdruk kan niet worden geverifieerd.
Uw vingerafdrukken aan het systeemwachtwoord en vaste-schijfwachtwoord koppelen
Als u uw vingerafdrukken aan uw systeemwachtwoord en vaste-schijfwachtwoord wilt koppelen, gaat u als
volgt te werk om handmatig een verbinding te maken:
1. Zet de computer uit en daarna weer aan.
2. Scan uw vinger op de vingerafdruklezer op het moment dat hierom wordt gevraagd.
3. Voer uw systeemwachtwoord, harde-schijfwachtwoord of beide (zoals vereist) in. De verbinding is tot
stand gebracht.
Als u de computer opnieuw start, kunt u uw vingerafdrukken gebruiken om u op de computer aan te melden
zonder dat u uw Windows-wachtwoord, systeemwachtwoord of vaste-schijfwachtwoord hoeft in te voeren.
Ga naar het programma ThinkPad Setup als u de instellingen wilt wijzigen. Zie 'Het programma ThinkPad
Setup gebruiken' op pagina 62.
Attentie: Als u altijd uw vingerafdruk gebruikt om u aan te melden op de computer, is de kans groot dat u
uw wachtwoorden vergeet. Noteer daarom uw wachtwoorden en bewaar het op een veilige plek. Als u uw
systeemwachtwoord bent vergeten, moet u uw computer naar Lenovo of naar een Lenovo-dealer brengen
om het wachtwoord te laten opheffen. Als u uw vaste-schijfwachtwoord bent vergeten, kan Lenovo dit
wachtwoord niet voor u resetten en u evenmin helpen bij het herstellen van de gegevens op het
opslagstation. In een dergelijk geval moet u de computer naar Lenovo of naar een Lenovo-dealer
-vertegenwoordiger brengen om het opslagstation te laten vervangen. U moet hiervoor het bewijs van
aankoop kunnen overleggen. Bovendien kunnen er kosten voor onderdelen en service in rekening worden
gebracht.
De vingerafdruklezer onderhouden
De volgende acties kunnen ertoe leiden dat de vingerafdruklezer beschadigd raakt of dat de lezer niet meer
goed werkt:
• Krassen op het oppervlak van de lezer met een hard, gepunt voorwerp
• Over het oppervlak van de lezer schuren met uw nagel of een hard voorwerp
• Aanraken of gebruiken van de lezer met een verontreinigde vinger
In de volgende situaties maakt u het oppervlak van de lezer voorzichtig schoon met een droge, zachte,
vezelvrije doek:
• Als het oppervlak van de lezer vuil of gevlekt is.
• Het oppervlak van de lezer is nat.
• De lezer slaagt er vaak niet in uw vingerafdruk te herkennen.
In de volgende gevallen kunt u uw vinger mogelijk niet gebruiken voor vastleggen en verifiëren van uw
vingerafdruk:
• Als uw vinger gerimpeld is.
• Als uw vinger ruw, droog of verwond is.
• Als er vlekken (aarde, olie etc.) op de vinger zitten.
• Als de huid van uw vinger anders is dan op het moment waarop u uw vingerafdruk hebt geregistreerd.
• Als de vinger nat is.
58
X280 Gebruikershandleiding