Camera
2. Als u een foto wilt maken, drukt u op de opnametoets. Houd het apparaat stil
totdat de foto is opgeslagen en de definitieve foto op het scherm wordt
weergegeven.
Gebruik de zoomschuif als u bij het maken van een foto wilt in- of uitzoomen.
Druk op de menutoets als u de camera op de achtergrond geopend wilt houden en
andere toepassingen wilt gebruiken. Houd de opnametoets ingedrukt als u wilt
terugkeren naar de camera.
Nadat u een foto hebt gemaakt
Nadat u een foto hebt genomen, selecteert u een van de volgende opties (alleen
beschikbaar als u
geselecteerd):
— Hiermee verzendt u de foto in een multimediabericht of een e-
●
mailbericht, of via andere verbindingsmethoden, zoals een Bluetooth-
verbinding.
Als u de foto wilt verzenden aan degene met wie u praat, selecteert u tijdens een
gesprek
.
— De afbeelding uploaden naar een online compatibel album.
●
Verwijderen
●
Als u de afbeelding wilt gebruiken als achtergrond in het startscherm, selecteert u
Opties
Afbeelding gebruiken
>
Als u de afbeelding wilt instellen als standaard oproepafbeelding voor elke
oproepsituatie, selecteert u
opr.afbeelding.
Als u de afbeelding wilt toewijzen aan een contact, selecteert u
Afbeelding gebruiken
Druk op de opnametoets als u wilt terugkeren naar de zoeker om een nieuwe foto
vast te leggen.
84
Opties
Instellingen
>
— Hiermee verwijdert u de foto.
Opties
Toewijzen aan
>
Opgenomen afb. weerg.
>
Inst. als
achtergrond.
>
Afbeelding gebruiken
>
cont..
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
Ja
hebt
>
Inst. als
>
Opties
>