5
Selecteer een nummer
van de USER-stand
en druk op E.
De geselecteerde opname wordt,
samen met de instellingen die
in die opname zijn gebruikt,
opgeslagen onder USER1 t/m 3.
100-0001
100-0001
Slaat instell. van deze opname
Slaat instell. van deze opname
U kunt de opgeslagen instellingen laden en gebruiken als u
op als smart effect
op als smart effect
opnamen maakt.
Opslaan als USER-stand 1
Opslaan als USER-stand 1
Opslaan als USER-stand 2
Opslaan als USER-stand 2
1
Opslaan als USER-stand 3
Opslaan als USER-stand 3
Annul.
Annul.
OK
OK
MENU
OK
2
3
4
tMemo
• Zie p.62 voor meer informatie over het snelkeuzewiel.
De opgeslagen instellingen gebruiken
Selecteer [Snelkeuze] in het menu A3.
Selecteer [Smart effect] in het scherm [Snelkeuze].
Wijs USER1, USER2 en
USER3 toe aan de posities 1
t/m 4 van het snelkeuzewiel.
Stel in de standbymodus het snelkeuzewiel
in op positie 1 t/m 4.
De opname-instellingen die zijn opgeslagen
op de geselecteerde positie, worden geladen.
Smart effect
Smart effect
10. USER1
10.
USER1
5
USER 1
USER 1
USER 2
USER 2
USER 3
USER 3
Annul.
Annul.
OK
OK
MENU
OK
83