3
Druk op J.
Het scherm voor fijnafstemming
wordt weergegeven.
Beschikbare bewerkingen
3
AB
Aanpassing: groen-magenta
CD
Aanpassing: blauw-amber
M
Stelt de aanpassingswaarde terug naar
de standaardinstelling.
4
Druk op E.
Het scherm van stap 2 verschijnt opnieuw.
5
Druk op E.
De camera keert terug naar de standby-stand.
tMemo
• U kunt bij [6. WB bij flitsen] in het menu E1 de witbalans
instellen voor wanneer de flitser wordt ontladen.
58
U kunt de witbalans meten op een geselecteerde locatie.
1
G3 G3
A2 A2
2
MENU
Annul.
Annul.
±0
±0
OK
OK
OK
3
4
tMemo
• U kunt bij [Opslaan als handm WB] van het weergavepalet de
Witbalans handmatig aanpassen
Selecteer o bij stap 2 op p.57 en druk op B.
Gebruik CD om o1 t/m
o3 te selecteren.
Kies een wit gebied als onderwerp onder het licht
waarvan u de witbalans wilt meten, en druk
de ontspanknop volledig in.
De witbalans zo nodig aanpassen.
Het bericht [De bewerking is niet op correcte wijze voltooid]
verschijnt wanneer de meting is mislukt. Druk op E om
de witbalans opnieuw te meten.
Druk op E.
De camera keert terug naar de standby-stand.
witbalansinstellingen van een gemaakte opname kopiëren
en deze opslaan als o1 t/m o3. (p.65)
Manuele witbalans
Manuele witbalans
Instellen
Instellen
SHUTTER
Annul.
Annul.
OK
OK
MENU
WB±
WB±
OK