De geselecteerde opnamestand
wordt weergegeven op de
monitor (Hulpdisplay).
4
Bekijk het onderwerp op de monitor.
5
Als u een zoomobjectief
gebruikt, draait u de
zoomring naar rechts of links
om de compositie van
de opname te wijzigen.
6
Breng het onderwerp binnen
het AF-kader en druk
de ontspanknop tot
halverwege in.
Wanneer op het onderwerp
is scherp gesteld, wordt
het AF-kader groen en klinkt
er een geluidssignaal.
y De geluidseffecten instellen (p.22)
7
Druk de ontspanknop helemaal in.
De gemaakte opname wordt weergegeven op de monitor
(Momentcontrole).
Auto Picture
Auto Picture
OK
1/
1/
2000 F2.8
2000
F2.8
1600
1600
37 37
AF-kader
Beschikbare bewerkingen
L
Wist het beeld.
J
Slaat de RAW-opname op.
y De weergave voor momentcontrole instellen (p.18)
2
35