h Selecteren
i Spot
tMemo
• De autofocusmethode wordt vast ingesteld op e of f,
3
afhankelijk van de opnamestand. (p.89) e en f kunnen
niet worden geselecteerd in de stand C.
• In de stand v kunt u alleen opnamen maken als het
onderwerp scherp is. Om opnamen te kunnen maken terwijl
het onderwerp niet scherp is, stelt u [8. AF-ontspanopties]
in op [Sluitervoorkeuze] in het menu E2.
• Door g, h of i te selecteren, kan de scherpstelling
worden vergrendeld en een nieuwe beeldcompositie worden
gemaakt terwijl de ontspanknop half ingedrukt wordt.
48
Het scherpstelgebied wordt
ingesteld op basis van het aantal
pixels.
Stelt het scherpstelgebied in op
een beperkt gebied van het
midden.
Selecteren van het gewenste scherpstelgebied
U kunt de positie en de grootte van het autofocusgebied
(AF-gebied) instellen.
1
Stel [Autofocusstand] in op g of h.
2
Druk op F.
De camera staat in de standbymodus.
3
Druk op E.
4
Selecteer het AF-gebied.
Beschikbare bewerkingen
ABCD
Wijzigt de positie van het AF-gebied.
V
Wanneer g is geselecteerd: vergroot/
verkleint het AF-gebied.
M
Zet het AF-gebied terug naar
het midden.
5
Druk op E.
Het AF-gebied wordt ingesteld.
OK
OK
OK