Inhoudsopgave
Advertenties
Omschakeling van de netspanning
Omschakeling van de netspanning naar 3~ 230 of 3~ 400 V
Bij levering is de machine afgesteld op een netspanning van 3~ 400 V. Voor het omschakelen van de netspanning maakt u
het zijpaneel van de machine los. Gebruik hiervoor het bijgevoegde schema. Het betreffende kabelschema vindt u ook op het
etiket onder de spanningsschakelstrip.
2.3. LAS- EN WERKSTUKKABELS
Gebruik uitsluitend koperkabels met een doorsnede van minstens 50 mm². In de onderstaande tabel vindt u een overzicht
van de typische belastingscapaciteiten van rubbergeïsoleerde koperkabels bij een omgevingstemperatuur van 25 °C en een
geleidertemperatuur van 85°C.
Doorsnede
Cu
50 mm²
Bevestig de aardklem van de werkstukkabel zorgvuldig, het liefst direct op het lasstuk. De contactvlakken van de klem moeten
altijd groot en schoon zijn. Belast de laskabel niet overmatig om spanningsverlies en oververhitting te vermijden. Maak de
bevestigingspunten vrij van verf en roest.
2.4. BEDIENINGSELEMENTEN EN GEBRUIK
Zie paragraaf Kempoweld PANELEN en KOELEENHEID.
2.4.1. Hoofdschakelaar (S1)
In de nulstand zijn alle stuur- en lasstroomkringen van de installatie uitgeschakeld. In de stand 1 staan de stuurkringen van
de machine onder spanning. De primaire kringen en laskringen staan niet onder spanning wanneer de lasstand niet wordt
ingeschakeld met de pistoolschakelaar.
Schakel het toestel altijd aan en uit met behulp van de hoofdschakelaar. Gebruik nooit de stekker om
de eenheiden en de installaties aan en uit te schakelen.
2.4.2. Instelling voor lasspanning
Insteltabel, schakelaarposities:
Grove instelling
Fijne instelling
1 / 4
1 / 10 - 10 / 10
2 / 4
1 / 10 - 10 / 10
3 / 4
1 / 10 - 10 / 10
4 / 4
1 / 10 - 10 / 10
2.4.3. Controlelampjes
De controlelampjes geven informatie over de elektrische functies:
Het groene AAN-controlelampje H1 brandt altijd wanneer de machine is aangesloten op het stroomnet en hoofdschakelaar
in de stand I staat.
Het gele controlelampje H2 licht op wanneer de thermische beveiliging van de laskring door oververhitting werd geactiveerd.
De thermische beveiliging treedt in werking wanneer de nominale belasting van de stroombron continu wordt overschreden
of de koelluchtcirculatie wordt gehinderd.
De koelventilator koelt de machine af en nadat het controlelampje is gedoofd, kan weer met de pistoolschakelaar worden
gelast.
2.4.4. Stuurzekering (F1)
Achterop de stroombron bevindt zich een 8 A zekering (F1) ter beveiliging tegen kortsluiting. Gebruik altijd het juiste type
zekering. De garantie geldt niet voor schade veroorzaakt door het gebruik van verkeerde zekeringen. Wanneer de zekering
opnieuw doorslaat, moet u het toestel laten nakijken.
© KEMPPI OY
Inschakelduur ED
100 %
60 %
285 A
370 A
Vrijloopspanning
15.5 - 18.2 V
18.6 - 22.5 V
23.1 - 29.3 V
30.4 - 41.6 V
Spanningsverlies / 10 m
40 %
voor 100 A
450 A
0.35 V
De lasspanning wordt ingesteld met behulp van
twee draaischakelaars. De S2 is een schakelaar met
4 standen voor grove instelling terwijl de schakelaar
met 10 standen S3 dient voor fijnregeling.
KEMPOWELD 3200, 3200W / 0543 – 7
Advertenties
Inhoudsopgave
