Kiezen hoe de camera de helderheid meet (meting)
U kunt kiezen hoe de camera de helderheid van het onderwerp meet.
1
Geef live control weer (Blz. 22) en selecteer
de meting met FG.
2
Selecteer een optie met HI en druk op Q.
Digitale ESP-
p
meting
Lichtmeting met
nadruk op het
H
centrum
Spotmeting
I
Spotmeting –
bij veel lichte
IHI
partijen
Spotmeting –
bij veel
ISH
schaduwpartijen
3
Druk de ontspanknop half in.
• Normaal begint de camera te meten wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt en wordt
de scherpstelling vergrendeld zolang de ontspanknop in deze positie wordt gehouden.
Belichtingsvergrendeling (AE-lock)
Om de belichting te vergrendelen zonder de scherpstelling
te vergrendelen, drukt u op de knop Fn of R. De
belichtingsvergrendeling kan worden gebruikt wanneer u de
scherpstelling en de belichting afzonderlijk wilt instellen
terwijl u foto's opnieuw kadreert, of wanneer u een reeks
foto's met dezelfde belichting wilt maken.
• Wijs AEL/AFL toe aan de knop Fn of R met [; Function] of
[R Function]. g "De camera-instellingen aanpassen" (Blz. 81)
De belichting wordt vergrendeld en een pictogram B wordt weergegeven wanneer
de knop één keer wordt ingedrukt. Druk op de ontspanknop om een foto te maken.
• Druk nogmaals op de knop om AE-lock te annuleren.
%
Tips
• De belichting vergrendelen terwijl de knop wordt ingedrukt. [AEL/AFL Memo]:
AE-lock activeren met een ingestelde lichtmeetmethode. [AEL Metering]:
g "De camera-instellingen aanpassen" (Blz. 81)
De camera meet de belichting in 324 delen van het kader
en optimaliseert de belichting voor de huidige scène of
(als een andere optie dan [OFF] is geselecteerd voor
[I Face Priority]) het onderwerp van het portret. Deze
methode wordt aanbevolen voor normaal fotograferen.
Deze meetmethode berekent het gemiddelde
van de lichtniveaus van het onderwerp en de
achtergrond, maar het centrum van het beeld
telt hier zwaarder mee.
Kies deze optie om een klein gebied te meten
(ongeveer 2% van het kader) en richt hierbij
de camera op het object dat u wilt meten. De
belichting wordt aangepast op basis van de
helderheid van het gemeten punt.
Verhoogt de belichting van de spotmeting. Zorgt ervoor
dat lichte onderwerpen licht worden weergegeven.
Verlaagt de belichting van de spotmeting. Zorgt ervoor
dat donkere onderwerpen donker worden weergegeven.
ESP
P
HI HI
SH
SH
I S O
400
AEL
P
0.0
0.0
250 F5.6
250
AE-lock
S-AF
S-AF
S-AF
S-AF
ISO
ISO
ISO
ISO
1
AUTO
AUTO
AUTO
AUTO
OFF
OFF
R R
L
N
HD
01:02:03
01:02:03
38
38
NL
41