De belichting regelen (belichtingscorrectie)
Druk op de knop F (F) en gebruik HI om de belichtingscorrectie aan te passen. Kies
positieve ("+") waarden om beelden helderder te maken en negatieve ("–") waarden
om beelden donkerder te maken. De belichting kan worden aangepast tussen ±3 EV.
1
Negatief (–)
%
Tips
• Het interval van de belichtingsaanpassing wijzigen. [EV Step]: g "De camera-instellingen
aanpassen" (Blz. 81)
#
Let op
• Belichtingscorrectie is niet mogelijk in de stand A, M of SCN.
Een voorbeeld bekijken van het effect van belichtingscorrectie
en witbalans
Het effect van de belichtingscorrectie en witbalans kan worden gecontroleerd in het
scherm met 4 beelden.
1
Selecteer [On] voor [G/Info Settings] >
[Multi View] in het c custom-menu (Blz. 81).
2
Druk herhaaldelijk op de knop INFO
om de multi-weergave weer te geven.
• Deze functie is niet beschikbaar in de stand A,
ART, SCN of n.
3
Selecteer met HI de gewenste waarde en druk daarna op Q.
• Gebruik FG om te schakelen tussen de weergave met belichtingscorrectie
en witbalans.
De helderheid wijzigen van overbelichte
en onderbelichte delen
Om het dialoogvenster voor de toonregeling op te roepen,
drukt u op de knop F (F) en drukt u op de knop INFO.
Gebruik HI om een toonniveau te kiezen. Kies "laag"
om schaduwen donkerder te maken of "hoog" om lichte
partijen helderder te maken.
Belichtingscorrectie
40 NL
Geen compensatie (0)
INFO
INFO
INFO
INFO
0
0
Toonniveau:
laag
INFO
INFO
0
0
+1
+1
Toonniveau:
hoog
Positief (+)
-0.3
0.0
+0.3
+0.7
WB/
I S O
200
0
0
P
250 F5.6
250
2.0
2.0
+
+
Set
IS
IS
1
j
L
N
HD
01:02:03
01:02:03
1234
1234