Voorbeeld:
Ter illustratie van het effect op het systeem van wijziging van de instel-
ling, nemen we als voorbeeld een systeem met een minimale toegesta-
ne waterhoeveelheid van 58 l, waarbij we ervan uitgaan dat de instelling
passen correctiefactor is a =
2,5
wordt gewijzigd van Delta T 2,5 K (standaard) naar 1,5 K. De toe te
1,5
kenen van de minimale waterhoeveelheid in een systeem voor een ap-
paraat van 25kW, in koelmodus, alleen maar de standaard minimum-
hoeveelheid met deze correctiefactor te vermenigvuldigen om de
nieuwe minimumhoeveelheid, 97l, te verkrijgen.
4.13. Kalibreren van het expansievat
De begindruk van het expansievat is afhankelijk van het expansievat is
afhankelijk van het verschil tussen het niveau waarop het apparaat is
geïnstalleerd en het hoogste punt in het watercircuit, en wordt als volgt
berekend:
P
=0,3+H/10) (bar)
i
• P
Begindruk
i
• H
Verschil tussen het niveau waarop het apparaat is geïn-
stalleerd en het hoogste punt in het circuit
Een systeem met een ingebouwde pomp heeft een expansievat van 12
liter met een begindruk van 1 bar.
Maximale waterhoeveelheid
Raadpleeg de onderstaande grafiek voor het bepalen van de maximale
waterhoeveelheid om het expansievat te kalibreren:
a
3
2.5
2
1.5
1
E
0.5
D
0
0
33
50
100
150
200
Afbeeldingen 18 – Begindruk van het expansievat op basis van de
maximale waterhoeveelheid
a
Begindruk van het expansievat [bar]
b
Maximale waterhoeveelheid [l]
A
Circuit zonder glycol
B
Circuit met 30% ethyleenglycol
C
Circuit met 40% ethyleenglycol
D
Circuit met 30% propyleenglycol
B
Circuit met 40% propyleenglycol
F
Standaard
De standaardwaarde voor de begindruk, die in de afbeelding wordt
weergegeven, heeft betrekking op een verschil in H van 7 meter.
Als de totale waterhoeveelheid in het gehele circuit de toegestane
maximale hoeveelheid overschrijdt, moet een ander expansievat wor-
den geïnstalleerd. Als het verschil in systeem H kleiner is dan 7 meter en
de waarde van de begindruk lager is dan de maximale toegestane
waarde (zie grafiek), is geen aanpassing van de begindruk vereist.
Als de standaardwaarde van de begindruk (1 bar) moet worden veran-
derd, houd dan rekening met de volgende aanbevelingen:
• Gebruik uitsluitend droge stikstof om de begindruk in het ex-
pansievat in te stellen.
• Een onjuiste instelling van de begindruk in het expansievat
leidt tot storing van het systeem.
D-EIMHP01405-21_02NL
16
= 1,67, en zo hoeven we voor het bere-
A
F
B
C
250
300
350
400
450
500
Veranderingen van de begindruk van het expansievat moeten tot stand
worden gebracht door de stikstofdruk te verlagen of te verhogen met
behulp van de Schrader-klep op het expansievat.
OPMERKING
Alleen een erkende installateur kan de begindruk van het expansievat
aanpassen.
Om de waterhoeveelheid te controleren: voorbeelden
Voorbeeld 1
Het apparaat wordt 5 m onder het hoogste punt in het watercircuit
geïnstalleerd. De totale waterhoeveelheid in het watercircuit is 250 li-
ter. Geen actie of veranderingen vereist.
Voorbeeld 2
Het apparaat wordt op het hoogste punt in het watercircuit geïnstal-
leerd. De totale waterhoeveelheid in het watercircuit (zonder de gly-
col) is 420 liter.
Acties:
Omdat de totale waterhoeveelheid (420 l) hoger is dan de vooraf inge-
stelde waterhoeveelheid (340 l), moet de voordruk worden verlaagd.
De vereiste voordruk is:
Pg = (0,3+ (H / 10)) bar = (0.3+ (0/10)) bar = 0,3 bar
De bijbehorende maximale waterhoeveelheid is ongeveer 490 l (zie gra-
fiek).
Omdat 420 l minder dan 490 l is, is het expansievat geschikt voor de
installatie.
4.14. Antivriesbescherming voor BPHE en warmtewis-
selaars voor terugwinning
Als de warmtewisselaars volledig leeg zijn en schoongemaakt met een
antivriesoplossing kunnen ook andere aanvullende methodes worden
gebruikt tegen het bevriezen.
Bij het ontwerp van het systeem als geheel moeten de volgende be-
schermingsmethoden overwogen worden:
550
600
1.
continue circulatie van de waterstroom in de waterleidingen en de
b
warmtewisselaars;
2.
toevoeging van een voldoende hoeveelheid glycol in het watercir-
cuit of, als alternatief, een aanvullende warmte-isolatie en verwar-
ming van de blootgestelde leiding (binnen en buiten het systeem);
3.
als het systeem tijdens de winter niet functioneert: lediging en rei-
niging van de warmtewisselaar.
Het is de verantwoordelijkheid van de installateur en/of van het
plaatselijke onderhoudspersoneel om ervoor te zorgen dat de
beschreven antivriesmethoden worden toegepast. Controleer
dat de gepaste antivriesbescherming altijd wordt gehandhaafd.
Niet-naleving van de bovenstaande aanwijzingen kan leiden tot
beschadiging van het systeem.
4.
ELEKTRISCHE VERWARMING (optie op aanvraag). Er is verwar-
mingstape aangebracht op de onderdelen aan de waterzijde (de
platenwarmtewisselaar en het expansievat) om essentiële onder-
delen van het hydraulische systeem in het apparaat te bescher-
men. Deze verwarmingstape beschermt alleen de interne onder-
delen van het apparaat. De tape kan onderdelen die in de open
ruimte buiten het apparaat zijn geïnstalleerd niet beschermen.
Verwarmingstape voor open ruimtes moet door de installateur
worden verstrekt.
Vorstschade wordt niet gedekt door de garantie en Daikin
Applied Europe S.p.A. wijst derhalve alle aansprakelijkheid
af.
(1) De warmtewiselaar is niet uitgerust met verwarmingstape.
(1)
EWYT~CZ / EWAT~CZ