4.7.2. Debietregelaar
De debietregelaar is een standaardonderdeel dat op alle apparaten is
gemonteerd. Om een voldoende waterdebiet in de hele platenwisselaar
te verzekeren, is het fundamenteel om een debietregelaar te installeren
op het watercircuit. Deze is bij levering standaard reeds geïnstalleerd.
De debietregelaar heeft tot doel het systeem te stoppen wanneer de
waterstroom wordt onderbroken; op deze manier wordt de BPHE be-
schermd tegen bevriezing.
Dit is een palet stroomschakelaar voor het palet die geschikt is voor
ononderbroken gebruik buiten (IP65).
De debietregelaar is ingesteld om in te grijpen wanneer de waterstroom
van de BPHE de minimaal aanvaardbare debietwaarde bereikt (zie on-
derstaande tabel).
Model
EWAT/EWYT016CZ(N/P/H)-A1
EWAT/EWYT021CZ(N/P/H)-A1
EWAT/EWYT025CZ(N/P/H)-A1
EWAT/EWYT032CZ(N/P/H)-A1
EWAT/EWYT040CZ(N/P/H)-A1
EWAT/EWYT040CZ(N/P/H)-A2
EWAT/EWYT050CZ(N/P/H)-A2
EWAT/EWYT064CZ(N/P/H)-A2
EWAT/EWYT090CZ(N/P/H)-A2
Tabel 3 – Setpoint stroomschakelaar
Om de goede werking van het systeem te verzekeren, moet de waarde
van de waterstroom in de verdamper binnen het voor dat systeem ver-
klaarde bereik liggen. Een waterstroom lager dan de waarde aangege-
ven in de volgende tabel (tabel 4) kan problemen veroorzaken in ver-
band met bevriezing, vervuiling en gebrekkige besturing. Een
waterdebiet hoger dan in tabel 4 aangegeven maximumwaarde leidt tot
een onacceptabel laadverlies en extreme erosie van de pijpen en trillin-
gen die tot lekkages kunnen leiden
N – Basisuitvoering
MODEL
EWAT/EWYT016CZN-A1
EWAT/EWYT021CZN-A1
EWAT/EWYT025CZN-A1
EWAT/EWYT032CZN-A1
EWAT/EWYT040CZN-A1
EWAT/EWYT040CZN-A2
EWAT/EWYT050CZN-A2
EWAT/EWYT064CZN-A2
EWAT/EWYT090CZN-A2
P – H Uitvoering met pomp
MODEL
EWAT/EWYT016CZ(P/H)-A1
EWAT/EWYT021CZ(P/H)-A1
EWAT/EWYT025CZ(P/H)-A1
EWAT/EWYT032CZ(P/H)-A1
EWAT/EWYT040CZ(P/H)-A1
EWAT/EWYT040CZ(P/H)-A2
EWAT/EWYT050CZ(P/H)-A2
EWAT/EWYT064CZ(P/H)-A2
EWAT/EWYT090CZ(P/H)-A2
Tabel 4 – Werkingslimieten
D-EIMHP01405-21_02NL
12
Setpoint stroomschakelaar
[l/min]
22
22
22
31
31
57
57
57
57
Min debiet
Max debiet
[l/s]
[l/s]
0,44
2,34
0,84
2,66
0,84
2,66
1,01
2,66
1,01
2,66
1,41
6,00
1,41
6,00
1,41
6,00
2,43
6,66
Min debiet
Max debiet
[l/s]
[l/s]
0,44
1,70
0,84
1,90
0,84
1,90
1,01
2,66
1,01
2,66
1,41
3,89
1,41
3,89
1,41
5,50
2,43
6,00
4.7.3. Warmteterugwinning (optioneel)
De systemen kunnen optioneel worden uitgerust met een warmtete-
rugwinningsinstallatie.
Dit systeem bestaat uit een watergekoelde warmtewisselaar op de af-
voerleiding van de compressor.
Om de werking van de compressor binnen zijn mantel te verzekeren,
mogen systemen met warmteterugwinning niet werken bij een tempe-
ratuur van het water voor de terugwinning lager dan 20°C.
De ontwerper van de installatie en de installateur van de koeler zijn er
verantwoordelijk voor dat deze waarde in acht wordt genomen (bijv.
door het gebruik van een bypassklep voor recirculatie).
4.7.4. Voorbereiding en controle van de aansluiting van het
watercircuit
De systemen hebben waterinlaten en -uitlaten voor aansluiting van de
warmtepomp op het watercircuit van het systeem. Dit circuit moet door
een bevoegde technicus op het systeem aangesloten worden en moet
voldoen aan alle toepasselijke voorschriften.
Als vuil in het watercircuit doordringt, zouden er
problemen kunnen ontstaan.
Neem daarom bij de aansluiting van het watercircuit de
volgende regels in acht.
Gebruik alleen leidingen die aan de binnenkant
■
schoon zijn.
Houd het uiteinde van de leiding naar beneden ge-
■
richt bij het verwijderen van bramen.
Bedek het uiteinde van de leiding wanneer de lei-
■
ding door een muur gevoerd wordt om te voorko-
men dat stof en vuil de leiding binnendringen.
Reinig de leidingen van het systeem tussen de filter
■
en de eenheid met stromend water alvorens de lei-
dingen aan te sluiten.
4.7.5. Waterdruk
Controleer of de waterdruk hoger is dan 1 bar. Als deze lager is, water
bijvullen.
De maximale werkdruk is 3 bar voor de P- en H-uitvoeringen.
Bij de N-uitvoering moet u erop letten dat de componenten die in de
lokale leidingen zijn geïnstalleerd bestand zijn tegen de waterdruk
"maximaal 3 bar + statische druk van de externe pomp", en niet hoger
zijn dan 10 bar.
4.7.6. Hydraulisch schema
Het systeem is uitgerust met de volgende hydraulische componenten:
WATERCIRCUIT
Afbeeldingen 10 – Hydraulisch schema
N.B. De pompset is optioneel
EWYT~CZ / EWAT~CZ