Bij koude motor:
4. Schuif de gasbediening naar stand 3 (choke-
stand). In deze stand krijgt de motor een vetter
mengsel, hetgeen ervoor zorgt dat de motor
makkelijker start.
Bij warme motor:
5. Zet de gasbediening precies tussen stand 1 en 2.
6. Draai de contactsleutel naar de startstand.
BELANGRIJKE INFORMATIE
Laat de startmotor niet langer dan 6 seconden
achter elkaar draaien. Als de motor niet
start wacht dan ca. 10 seconden voordat de
volgende startpoging wordt gedaan.
7. Als de motor is gestart de contactsleutel terug
laten gaan naar de neutrale stand.
Schuif de gasbediening naar het gewenste
motortoerental. Bij maaien kunt u 3/4 tot vol gas
geven.
!
WAARSCHUWING!
Laat de motor nooit binnenshuis lopen, in
een gesloten of slecht geventileerde ruimte.
De uitlaatgassen van de motor bevatten
giftig koolmonoxyde.
RIJDEN
1
1
2
2
STOP START
STOP START
L
3
3
13
Nederlands –