Ga op de
voetrails staan
en houd de
dwarsstang voor
de hartslag vast
met uw handpal-
men op de meta-
len contactpun-
ten om uw hart-
slag te meten;
beweeg uw
handen niet. Wanneer uw hartslag gemeten kan
worden zal er bij elke hartslag een hartsymbooltje
in de calorie display opflikkeren, zullen een of twee
streepjes verschijnen en zal uw hartslag aangege-
ven worden. Houd voor de meest nauwkeurige
hartslagwaarde de contactpunten ongeveer 15
seconden lang vast.
7. Zet desgewenst de ventilator aan.
De ventilator kent meerdere snelheidsinstellingen
en een automatische instelling. Als de auto-in-
stelling gekozen wordt zal de snelheid van de
ventilator automatisch toenemen of afnemen naar-
mate u uw trapsnelheid verhoogt of verlaagt.
Druk herhaaldelijk op de
ventilatortoetsen om een
ventilatorsnelheid of de
automatische instelling te
kiezen of om de ventila-
tor uit te zetten.
8. Verwijder de sleutel uit het bedieningspaneel
wanneer u klaar bent met oefenen.
Ga op de voetrails staan, druk op de toets Stop en
stel de helling van de loopband in op nul. De
helling van de loopband moet op nul staan wan-
neer u de loopband in de opbergstand inklapt
anders kunt u de loopband beschadigen. Trek
vervolgens de sleutel uit het bedieningspaneel en
berg deze veilig op.
Contact-
punten
22
Druk de schakelaar in de off-stand (uit) en trek het
stroomsnoer uit wanneer u met de loopband klaar
bent. BELANGRIJK: als u dit niet doet, kunnen
de elektrische onderdelen van de loopband
voortijdig slijten.
HOE EEN VOORAF INGESTELDE WORKOUT TE
GEBRUIKEN
1. Steek de sleutel in het bedieningspaneel.
Zie HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN op
bladzijde 20.
2. Kies een vooraf ingestelde workout.
Druk, om een vooraf ingestelde workout te kiezen,
herhaaldelijk op de toets Calorie (calorieën), op
de toets Intensity (intensiteit), op de toets Incline
(helling) of op de toets Speed (snelheid) totdat de
gewenste workout in de display verschijnt.
Wanneer u een vooraf ingestelde workout kiest
zal de display de tijdsduur van de workout en de
naam van de workout aangeven. Bovendien zal
er een profiel van de snelheidsinstellingen van de
workout op de matrix verschijnen. Wanneer u voor
een calorie workout kiest zal het geschatte aantal
calorieën dat u zult verbranden in de naam van de
workout verschijnen.
3. Start de workout.
Druk op de toets Start of op de toenametoets
Speed om de workout te starten. Eventjes nadat
u op de toets heeft gedrukt, zal de loopband zich
automatisch aanpassen aan de eerste snelheids-
en hellinginstelling van de workout. Houd de
handleuningen vast en begin te lopen.
Iedere workout is in segmenten ingedeeld. Er is
één snelheids- en één hellinginstelling voor elk
segment geprogrammeerd. Aandacht: dezelfde
snelheids- en/of hellinginstelling kan voor opeen-
volgende segmenten geprogrammeerd worden.