3. Druk op de functietoets Opslaan,
duimwieltje om de foto op te slaan.
De foto wordt opgeslagen op de locatie die is opgegeven
bij de optie Standaardopslag. Nadat de foto is
opgeslagen keert u automatisch terug naar de
fotovoorbeeldweergave.
Opties voor de camera instellen
U kunt de instellingen van de camera aanpassen. Wanneer
u cameraopties wijzigt, worden de bijbehorende boven
symbolen in het fotovoorbeeldscherm weergegeven.
Druk in het voorbeeldscherm op de functietoets Menu.
• Camcorder: hiermee schakelt u over naar de
camcordermodus.
• Fotostand: hiermee wijzigt u de fotomodus.
Eén opname: hiermee neemt u een enkele foto.
Serie-opname: hiermee neemt u een reeks foto's
achter elkaar. U kunt het standaardaantal foto's
selecteren dat moet worden genomen in het menu
Camera in Opties.
Mozaïekopname: hiermee neemt u een reeks foto's die
u opslaat in een enkel kader. U kunt de standaardindeling
selecteren in het menu Camera in Opties.
• Formaat: hier kunt u de grootte van een afbeelding
selecteren.
• Kwaliteit: hier kunt u de beeldkwaliteit selecteren.
• Witbalans: hier kunt u de kleurbalans van foto's
aanpassen.
Multimedia
,
of het
127