• Probeer het volgende: 1 Schakel het toestel uit en
opnieuw in. 2 Schakel de aangesloten apparatuur
uit en opnieuw in. 3 Koppel de HDMI-kabel los
en sluit hem opnieuw aan.
Het geluid uit de linker en rechter luidsprekers
is niet in balans of is omgewisseld.
• Controleer of de luidsprekers en componenten
goed zijn aangesloten.
Er komt geen geluid uit de subwoofer.
• Controleer de luidsprekeraansluitingen en -
instellingen (pagina 17, 89).
• Stel het geluidsveld in op "A.F.D. STD
(pagina 39).
Sterke brom of ruis is hoorbaar.
• Controleer of de luidsprekers en componenten
goed zijn aangesloten.
• Controleer of de verbindingskabels zich niet in de
buurt van een transformator of motor bevinden en
minstens 3 meter zijn verwijderd van een tv-
toestel of fluorescentieverlichting.
• Plaats de tv verder van de audiocomponenten af.
• De stekkers en aansluitingen zijn vuil. Maak ze
schoon met een doek die lichtjes is bevochtigd
met alcohol.
• Reinig de disc.
Er is minder stereo-effect bij het afspelen van
een VIDEO CD, een CD of een MP3.
• Stel [GELUID] in op [STEREO] door op AUDIO
te drukken (pagina 50).
• Controleer of de eenheid goed is aangesloten.
Het surround effect is moeilijk hoorbaar bij
weergave van een Dolby Digital, DTS of
MPEG-audiotrack.
• Controleer of de geluidsveldfunctie is
ingeschakeld
• Controleer de luidsprekeraansluitingen en -
instellingen (pagina 17, 89).
• Bij sommige DVD 's is het uitgangssignaal niet
volledig compatibel met 5.1-kanalen. Het kan
mono of stereo zijn, ook al is het geluid
opgenomen in Dolby Digital of MPEG-
audioformaat.
Alleen de middenluidspreker werkt.
• Bij sommige discs weerklinkt het geluid alleen uit
de middenluidspreker.
Er komt geen geluid uit de middenluidspreker.
• Controleer de luidsprekeraansluitingen en -
instellingen (pagina 17, 89).
• Controleer of de geluidsveldfunctie is
ingeschakeld
96
NL
.
(pagina 39)
.
(pagina 39)
• Bij sommige geluidsbronnen is het effect van de
middenluidspreker minder uitgesproken.
• Een 2-kanaalsbron wordt afgespeeld.
De surround luidsprekers produceren geen of
slechts een heel zwak geluid.
• Controleer de luidsprekeraansluitingen en -
instellingen (pagina 17, 89).
• Controleer of de geluidsveldfunctie is
ingeschakeld
• Bij sommige geluidsbronnen is het effect van de
surround luidsprekers minder uitgesproken.
• De draadloze instelling van de surround
"
luidspreker is niet correct (pagina 22).
• Het plasmascherm kan de transmissie hinderen; in
dit geval dient u de positie van de IR-zender en
IR-ontvanger van de surround luidspreker (L) aan
te passen (pagina 22).
• Plaats de surround luidspreker (L) niet op een
plaats waar hij is blootgesteld aan direct zonlicht
of sterk licht (bv. een gloeilamp).
• Reinig het oppervlak van de IR-zender en IR-
ontvanger van de surround luidspreker (L).
• Een 2-kanaalsbron wordt afgespeeld.
Er komt geen geluid uit de luidsprekers die
zijn aangeduid op het uitleesvenster op het
voorpaneel.
• Het uitleesvenster op het voorpaneel vermeldt de
gekozen [LUIDSPREKEROPST.]. Het geeft niet
aan naar welke luidsprekers het geluid wordt
uitgevoerd (pagina 39, 79).
Het begin van het geluid wordt onderbroken.
• Stel de Film-/Muziekmodus in op "MOVIE
"MUSIC" (pagina 38).
• Stel het geluidsveld in op "A.F.D. STD
(pagina 39).
Bediening
Er kan niet worden afgestemd op
radiozenders.
• Controleer of de antenne goed is aangesloten.
Regel de antenne en sluit eventueel een
buitenantenne aan.
• Het zendersignaal is te zwak (bij automatisch
afstemmen). Stem handmatig af.
• Er werden geen zenders vooraf ingesteld of de
vooraf ingestelde zenders werden gewist (bij het
scannen naar vooraf ingestelde zenders). Stel de
zenders opnieuw in (pagina 65).
• Druk op DISPLAY zodat de frequentie verschijnt
in het uitleesvenster op het voorpaneel.
(pagina 39)
.
" of
"