Draai de bedieningsknop verschillende keren in wijzerzin om alle
softwareversies weer te geven. Daarna wordt het menu verlaten.
6.5
Menuoptie van het
configuratiemenu gas
De sproeiers, het type gas, de gasdruk en gaskarakteristieken
mogen alleen door een erkende vakman of door een BORA
servicetechnicus worden aangepast. Deze is ook
verantwoordelijk voor de vakkundige gasinstallatie en
inbedrijfstelling.
Voor een veilige en vlotte werking van het gaskookveld is het
belangrijk dat u correcte instellingen per type gas en per
gasdruk en karakteristiek hanteert.
6.5.1
Menuoptie CE: Configuratie GPU
Onder de menuoptie CE (GPU) wordt het minimale vermogen per
brander en type gas/gasdruk geregeld.
u
Kies de juiste instelling.
Instelling
Type gas en gasdruk
G20, 20 mbar
G25, 20 mbar
G30, 29 mbar
G30/G31, 37 mbar
G30, 50 mbar
G30/G31, 50 mbar
G20, 13 mbar
G25, 25 mbar
G25,3, 25 mbar
G20, 25 mbar
Tab. 6.15 Type gas en gasdruk instellen
6.5.2
Menuoptie CF: Karakteristiek
gasbrander
Hier kunt u de merklijnen voor de gasbranders kiezen. De
karakteristieken regelen de laagste vermogenswaarden van de
gasbranders. De karakteristieken worden gebruikt om de laagste
vermogensniveaus aan te passen. Afhankelijk van de inbouwsituatie
en invloed van de kookveldafzuiging kan, indien nodig, de
karakteristiek worden aangepast:
Karakteristiek A:
A is de fijnste gradatie van vermogenswaarden, die alleen onder
ideale omstandigheden en enkel bij aardgas (G20, G25, G25.3) kan
worden ingesteld. Ideaal gezien is dat als:
T
er geen kookveldafzuiging wordt gebruikt;
T
bij gebruik van de kookveldafzuiging met luchtafvoer, het kookveld
voldoende geventileerd wordt;
T
bij gebruik van de kookveldafzuiging met recirculatie, het kookveld
over een voldoende grote terugstroomopening beschikt en de
kookveldafzuiging geen negatieve invloed uitoefent op de gasvlam.
Karakteristiek B:
B is de fabrieksinstelling. Deze omvat een uitgebalanceerde gradatie
van de afzonderlijke vermogensniveaus.
bora.com
Karakteristiek C:
C verhoogt de laagste vermogensniveaus en mag alleen worden
gebruikt als de kookveldafzuiging een negatieve invloed heeft.
Kies de juiste karakteristiek.
u
Instelling
Tab. 6.16 Karakteristieken voor de gasbrander
6.5.3
De menuoptie biedt een resetfunctie. Deze resetfunctie kan worden
gebruikt in geval van storingen of fouten en bij een eerste
ingebruikname, wanneer het gaskookveld geen reactie vertoont (geen
(fabrieksinstelling)
ontsteking). De ingestelde waarden voor het type gas, de gasdruk en
de karakteristiek blijven ongewijzigd en veranderen niet bij een reset.
u
Reset indien nodig.
Instelling
Tab. 6.17 Resetten van een vergrendelde GPU
Karakteristiek gasbrander
Karakteristiek A
Karakteristiek B (fabrieksinstelling)
Karakteristiek C
Dooft de gasvlam, dan bewegen de vlammen aanzienlijk en/
of is het vlambeeld niet correct (bijv. roetvorming,
vlamterugslag enz.), dan moet de merklijn worden verhoogd
en moet desgewenst ook worden gezorgd voor meer ventilatie
bij gebruik met luchtafvoer of een grotere
terugstroomopening bij gebruik met recirculatie.
Menuoptie Ch: GPU-reset
GPU-reset
Resetten van een vergrendelde GPU
Configuratiemenu
NL
41