Sluit de gastoevoer af wanneer u een gasgeur waarneemt of
wanneer er storingen optreden aan de gasinstallatie. Open de
ramen en zorg voor een goede ventilatie.
Bedieningsinstructies:
Bij gebruik van een gaskookveld kan er warmte en condens ontstaan
in de ruimte waar het toestel is opgesteld. Bij intensief en langdurig
gebruik van het apparaat kan het nodig zijn om voor extra ventilatie te
zorgen, bijv. door een raam open te zetten of een ventilatiesysteem
te activeren of op een hoger vermogensniveau te schakelen.
u
Zorg voor voldoende ventilatie.
Houd de natuurlijke ventilatieopeningen open.
u
Gebruik indien mogelijk een mechanisch ventilatiesysteem.
u
u
Plaats geen kookgerei met een oneffen bodem op de
pannendrager.
u
Verhit nooit leeg kookgerei.
Zet het kookgerei altijd op de meegeleverde pannendrager. Het
u
kookgerei mag niet rechtstreeks op de brander worden geplaatst.
u
Gebruik geen braadsleden, pannen of grillstenen die meerdere
branders bedekken. De hitte die zich hieronder ophoopt, kan het
kookveld beschadigen.
Zorg ervoor dat de branderonderdelen en pannendrager correct
u
zijn geplaatst.
u
Steek het gaskookveld alleen aan als alle branderonderdelen
correct zijn gemonteerd.
Zorg ervoor dat de brandervlam niet van onder de bodem van het
u
kookgerei uit komt en niet langs de buitenkant van het kookgerei
omhoogslaat.
u
Bewaar geen licht ontvlambare voorwerpen in de buurt van het
kookveld.
Gebruik alleen kookgerei waarvan de diameter de aanbevolen
afmetingen niet onder- of overschrijdt. Als de diameter te
groot is, kunnen warme uitlaatgassen en vlammen, die onder
de bodem naar buiten stromen, het werkblad of een niet-
hittebestendige wand, bijv. een paneelwand, en delen van het
kookveld en de kookveldafzuiging beschadigen. BORA is niet
aansprakelijk voor dergelijke schade.
Gebruik het gaskookveld nooit gedurende een langere
periode (> 5 min) zonder dat er kookgerei op staat terwijl de
kookveldafzuiging draait. Hierdoor ontstaan er immers zeer
hoge temperaturen en kunnen het gaskookveld en de
luchtgeleidende componenten van de kookveldafzuiging
beschadigd raken.
De vlamtoppen moeten onder de bodem van de kookpot
blijven. Uitslaande vlamtoppen geven onnodige warmte af aan
de lucht, kunnen kookpothandgrepen en luchtgeleidende
componenten (kookveldafzuiging) beschadigen en vergroten
het risico op brandwonden. Bovendien is het buitenste deel
van de gasvlam veel heter dan de kern van de vlam.
Bescherm uw handen met ovenwanten of pannenlappen.
Gebruik alleen droge ovenwanten of pannenlappen. Nat of
vochtig textiel geleidt de warmte beter en kan verbranding
door damp veroorzaken. Zorg ervoor dat het textiel niet in de
buurt van de vlammen komt. Gebruik geen te grote lappen,
vaatdoeken enz.
bora.com
Vetspatten en andere brandbare (voedsel)resten op het
kookveld kunnen ontbranden. Verwijder deze zo snel
mogelijk.
Voor een maximaal vermogen bij een minimaal
gasverbruik raden wij het volgende aan:
u
Gebruik kookgerei waarvan de bodem de vlam volledig afdekt en
waar de vlam niet onderuit komt.
u
Gebruik kookpotten die geschikt zijn voor gasbranders.
Plaats het kookgerei in het midden van het gaskookveld.
u
u
Zodra de inhoud van de kookpot kookt, zet u de gasbrander op een
lager vermogensniveau (kleine vlam).
u
Pas het afzuigvermogen van de kookveldafzuiging aan het
vermogensniveau van het gaskookveld aan.
Gebruik van het gaskookveld met kookveldafzuiging:
Als het gaskookveld samen met een kookveldafzuiging draait, kan de
luchtstroming de gasvlam beïnvloeden.
u
Stel het vermogensniveau van de kookveldafzuiging niet te hoog in
wanneer u voor het gaskookveld een laag vermogensniveau hebt
ingesteld.
u
Verlaag zo nodig het vermogensniveau van de kookveldafzuiging bij
het ontsteken van het gaskookveld.
u
Gebruik op het gaskookveld alleen als er kookgerei op staat: de
gasvlam wordt afgeschermd tegen de trek van de
kookveldafzuiging door de geometrie van de pannendrager en het
kookgerei.
u
Verminder zo nodig het vermogensniveau van de kookveldafzuiging
voor een betere warmtetoevoer en -verdeling.
Vlammen kunnen het vetfilter van de kookveldafzuiging en de
luchtgeleidende componenten in brand steken of
beschadigen. Flambeer nooit wanneer de kookveldafzuiging
aan staat.
De prestaties van het gaskookveld (bijv. opwarmtijden,
rendement enz.) worden beïnvloed door de kookveldafzuiging.
De kookveldafzuiging beïnvloedt ook de warmtetoevoer en
-verdeling.
Bij gebruik met recirculatie beïnvloedt de teruggevoerde
recirculatielucht het gaskookveld. Dooft de gasvlam, treedt er
een grotere verschuiving van de vlammen op en/of is het
vlambeeld niet correct (bijv. roetvorming, vlamterugslag enz.),
dan moet de terugstroomopening worden vergroot.
5.5.4
Vermogensniveau voor een
kookzone instellen
De vermogensregeling gebeurt door aan de knopring te draaien
(elektronische vermogensregeling).
Vermogensniveau verhogen
u
Draai de knopring met de wijzers van de klok mee
Vermogensniveau verlagen
Draai de knopring tegen de wijzers van de klok in
u
T
Het gekozen vermogensniveau wordt aangegeven op het display
van de bedieningsknop van de afzuiging.
Functies en bediening
NL
29