8.3
Pompnalooptijd en pompmodus instellen
Onder D.001 kunt u de pompnalooptijd instellen
(fabrieksinstelling 5 min.).
Via de diagnosecode D.018 kunt u de pompmodi Eco of
Comfort instellen.
Bij comfort wordt de interne pomp ingeschakeld als de ver-
warmingsaanvoertemperatuur niet op Verwarming uit staat
(→ gebruiksaanwijzing) en de warmteaanvraag via een ex-
terne thermostaat vrijgeschakeld is.
Eco (fabrieksinstelling) is zinvol om bij erg geringe warmte-
behoefte en grote temperatuurverschillen tussen gewenste
waarde warmwaterbereiding en gewenste waarde CV-be-
drijf de restwarmte na een warmwaterbereiding af te voe-
ren. Hierdoor vermijdt u dat woonruimtes te weinig verwarmd
worden. Bij warmtevraag wordt de pomp na verstrijken van
de nalooptijd elke 25 minuten gedurende 5 minuten inge-
schakeld.
8.4
Maximale aanvoertemperatuur instellen
Via de diagnosecode D.071 kunt u de maximale aanvoer-
temperatuur voor het CV-bedrijf instellen (fabrieksinstelling
75 °C).
8.5
Retourtemperatuurregeling instellen
Bij aansluiting van het product aan een vloerverwarming kan
de temperatuurregeling via de diagnosecode D.017 van aan-
voertemperatuurregeling (fabrieksinstelling) op retourtempe-
ratuurregeling omgeschakeld worden.
8.6
Branderwachttijd
8.6.1
Branderwachttijd instellen
Om het frequent in- en uitschakelen van de brander en hier-
door energieverlies te vermijden, wordt steeds na het uit-
schakelen van de brander voor een bepaalde tijd een elek-
tronische herinschakelblokkering geactiveerd. U kunt de
branderwachttijd aan de omstandigheden van de CV-instal-
latie aanpassen. De branderwachttijd is alleen voor CV-func-
tie actief. De warmwaterfunctie wordt tijdens een lopende
branderwachttijd niet beïnvloed door de tijdsinstelling. Via de
diagnosecode D.002 kunt u de maximale branderwachttijd
instellen (fabrieksinstelling: 20 min.). De effectieve brander-
wachttijden afhankelijk van de gewenste aanvoertempera-
tuur en de maximaal ingestelde branderwachttijd kunt u in de
volgende tabel terugvinden:
T
Ingestelde maximale branderwachttijd [min]
aanvoer
(gewenst)
1
5
[°C]
30
2,0
4,0
35
2,0
4,0
40
2,0
3,5
45
2,0
3,0
50
2,0
3,0
55
2,0
2,5
60
2,0
2,0
65
2,0
1,5
70
2,0
1,5
75
2,0
1,0
26
10
15
20
25
8,5
12,5
16,5
20,5
7,5
11,0
15,0
18,5
6,5
10,0
13,0
16,5
6,0
8,5
11,5
14,0
5,0
7,5
9,5
12,0
4,5
6,0
8,0
10,0
3,5
5,0
6,0
7,5
2,5
3,5
4,5
5,5
2,0
2,5
2,5
3,0
1,0
1,0
1,0
1,0
T
Ingestelde maximale branderwachttijd [min]
aanvoer
(gewenst)
35
[°C]
30
29,0
35
25,5
40
22,5
45
19,5
50
16,5
55
13,5
60
10,5
65
7,0
70
4,0
75
1,0
Aanwijzing
De resterende branderwachttijd na een regeluit-
schakeling tijdens het CV-bedrijf kunt u via de dia-
gnosecode D.067 oproepen.
8.6.2
Resterende branderwachttijd terugzetten
Mogelijkheid 1
Menu → Reset tijdvertraging
Op het display verschijnt de actuele branderwachttijd.
▶
Bevestig het terugzetten van de branderwachttijd met
(Select).
Mogelijkheid 2
▶
Druk op de ontstoringstoets.
8.7
Onderhoudsinterval instellen
Als u het onderhoudsinterval instelt, dan verschijnt na een
instelbaar aantal branderbedrijfsuren de melding op het
display dat het product onderhouden moet worden, samen
met het onderhoudssymbool
thermostaten toont de informatie Onderhoud MAIN.
▶
Stel de bedrijfsuren tot aan het volgende onderhoud via
de diagnosecode D.084 in. Richtwaarden vindt u in de
volgende tabel.
Warmte-
Aantal
vraag
personen
30
1 ‑ 2
25,0
5,0 kW
2 ‑ 3
22,0
1 ‑ 2
19,5
10,0 kW
2 ‑ 3
17,0
2 ‑ 3
14,0
15,0 kW
3 ‑ 4
11,5
3 ‑ 4
9,0
20,0 kW
4 ‑ 5
6,5
3 ‑ 4
3,5
25,0 kW
4 ‑ 6
1,0
3 ‑ 4
> 27,0 kW
4 ‑ 6
Installatie- en onderhoudshandleiding 0020201891_07
40
45
50
33,0
37,0
41,0
45,0
29,5
33,0
36,5
40,5
26,0
29,0
32,0
35,5
22,5
25,0
27,5
30,5
18,5
21,0
23,5
25,5
15,0
17,0
19,0
20,5
11,5
13,0
14,5
15,5
8,0
9,0
10,0
11,0
4,5
5,0
5,5
1,0
1,0
1,0
. Het display van eBUS-
Aantal uren dat de
brander in werking is
geweest tot de volgende
inspectie/onderhoudsbeurt
(afhankelijk van het
installatietype)
1.050 h
1.150 h
1.500 h
1.600 h
1.800 h
1.900 h
2.600 h
2.700 h
2.800 h
2.900 h
3.000 h
3.000 h
55
60
49,5
44,0
38,5
33,0
28,0
22,5
17,0
11,5
6,0
6,5
1,0
1,0