Het symbool RANGE wordt weergegeven.
Storing van het signaal (Storingsniveau)
Gebruik de toetsen om de waarde van Laag naar Hoog in te stellen. Het symbool DH wordt dan weergegeven.
Het instellen op Hoog wordt aanbevolen wanneer u metingen uitvoert in aanwezigheid van sterke elektromagnetische velden
op de frequentie van het spanningsnet (bijvoorbeeld in de buurt van hoogspanningslijnen).
In de modus U-FIXED en U-VAR: de waarde van de alarmdrempel
Gebruik de toetsen voor het instellen van de waarde van de alarmdrempel. De alarmdrempel kan ook ingesteld worden
in de SET-UP (zie § 5.5). Het symbool ALARM wordt weergegeven en het apparaat laat een geluidssignaal horen als het alarm
actief is.
de programmering van de helling (De functie Ramp 1 vaststellen).
Gebruik de toetsen om naar De functie Ramp 1 vaststellen te gaan en het apparaat geeft het scherm voor het programmeren
van de waarden van de spanningshelling weer. Deze programmering is ook mogelijk in de SET-UP (zie § 5.4).
RANGE
FIXED VOLTAGE
1000 V
500 V
Input voltage
Frequency
Input current
Date 2011.05.23
DH
FIXED VOLTAGE
1000 V
500 V
Input voltage
Frequency
Input current
Date 2011.05.23
ALARM
FIXED VOLTAGE
1000 V
500 V
Input voltage
Frequency
Input current
Date 2011.05.23
31
BURN
2500 V
10 V AC
50.0 Hz
24.6 nA
Time 10:31
2500 V
10 V AC
50.0 Hz
24.6 nA
Time 10:31
BURN
2500 V
10 V AC
50.0 Hz
24.6 nA
Time 10:31