Bedieningshandleiding GRANIT-artikel: 37270766
5.3 Methode voor het vergroten van de effectieve radius bij het opsporen van
spanningvoerende stroomkringen
Wanneer de zender rechtstreeks op de fasegeleider en de nulleider wordt aangesloten, worden de signalen naar
twee parallelle stroomkringen geleid (zoals afgebeeld in afb. 3-3-1). Daarom kan het verdraaien van
stroomkringen soms signalen veroorzaken die tegen elkaar in werken, wat leidt tot een effectieve zoekradius van
maximaal 0,5 m. Om dit effect te omzeilen, moet u de aansluiting uitvoeren zoals afgebeeld in afb. 3-3-2, waarin
voor de kringgeleider een afzonderlijke kabel wordt gebruikt om de effectieve radius tot meer dan 2,5 m te
vergroten. Kringgeleiders over langere afstanden kunnen worden gerealiseerd met kabelrollen (zie afb. 3-3-2).
Houd u absoluut aan de veiligheidsvoorschriften wanneer u de zender aansluit op spanningvoerende
stroomkringen.
Let op de afstand tussen de zender en de te zoeken stroomkring om de stroomkring duidelijk via signalen
te kunnen bepalen.
1. Hoe sterker tijdens het opsporen van de stroomkring de op het display van de zoeker weergegeven
signalen zijn, hoe dichterbij de door zoeker opgespoorde kabel is.
2. Stel de zendcapaciteit van de zender zodanig in dat deze is aangepast aan de verschillende zoekradii.
3. Selecteer op de ontvanger de Handmatige modus en een geschikte ontvangstgevoeligheid om de
stroomkring nauwkeurig te lokaliseren.
Pagina29 van 35